Het is pas 10 uur ‘s ochtends, maar de UB zit al stampvol. Gehaast loop ik rond op zoek naar een plekje. Mijn blik valt op de laptopschermen van de studenten. Bij velen zie ik dezelfde site geopend: ChatGPT. Deze AI-tool lijkt wel een nieuwe beste vriend van studenten. Je kunt ChatGPT alles vragen en binnen een ogenblik heb je antwoord. De universiteiten in Nederland hebben strenge regels opgesteld omtrent het gebruik van AI-tools. Bij het inleveren van een opdracht moeten studenten het vakje ‘Dit is mijn originele werk’ aanvinken. Maar wat betekent ‘origineel’ nog in een wereld waarin AI meer verweven raakt met ons dagelijks leven? Terwijl mijn gedachten afdwalen, zie ik eindelijk een lege tafel. Ik ga snel zitten en open mijn wettenbundel. Artikel 6:163 BW, het relativiteitsbeginsel. Wat was dit ook alweer? Ik open het lesboek en begin te lezen, maar in mijn achterhoofd weet ik dat ChatGPT altijd voor mij klaar staat.
