NRC’s Folkert Jensma: ‘Mensen zien geen verschil meer tussen feit, opinie en analyse’

Website format

Hoe bewaak je journalistieke integriteit in een tijd van sociale media en algoritmes? Folkert Jensma, oud-hoofdredacteur van NRC en juridisch commentator, zag de journalistiek in vier decennia fundamenteel veranderen. Hij voltooide een rechtenstudie in Leiden, maar vond zijn roeping in de journalistiek. Bij studentenblad Mare zette hij zijn eerste stappen. Later groeide hij uit tot scherpe analyticus van de rechtsstaat bij NRC. In oktober ging hij met pensioen, maar als columnist en rechtbankverslaggever mocht hij freelance blijven schrijven. Eerder spraken wij hem over de keuze voor rechten en de overstap naar journalistiek. Ditmaal gaat het over zijn journalistieke vorming, de ethische spanningen van het vak en de rol van traditionele media in een digitale samenleving waarin informatie overal voor het oprapen ligt.

Journalistiek als machtsfactor

‘Als je wil weten hoe de macht werkt, moet je een poosje journalistiek in Den Haag doen’, zegt Jensma. ‘Dat samenspel tussen bestuur, politiek en bedrijfsleven was een soort live cursus die ik volgde.’ Tijdens de beginjaren van zijn carrière werkte hij een tijd als nieuwsredacteur voor Binnenland bij de NRC. Hier boog hij zich over juridisch gerelateerde onderwerpen, binnenlandse zaken en openbaar bestuur. Zijn rechtenstudie gaf hem hierbij een voorsprong. Na een tijd werd hij gevraagd als departementaal redacteur in Den Haag, waar hij de portefeuille Justitie en Binnenlandse zaken onder zijn hoede kreeg. ‘Je denkt dat je verslag doet, maar je bent ook deel van de macht.’ 

‘Ik ben achteraf veel kritischer gaan kijken naar hoe ik aan informatie kwam’

‘Je ziet het niet zo snel wanneer je je stukken tikt, maar je hebt invloed’, zegt Jensma. ‘Je bent een machtsfactor.’ Hij geeft als voorbeeld het strategisch lekken van informatie. ‘Ik ben achteraf veel kritischer gaan kijken naar hoe ik aan informatie kwam.’ Zijn ervaringen maakten hem scherper op journalistieke ethiek. ‘Vraag jezelf onmiddellijk af: waarom krijg ik deze informatie? Waarom ik en niet een ander?’ In verantwoordelijke professionele journalistiek moet je je voortdurend dit soort kritische vragen stellen.

Objectiviteit bestaat, maar niet zonder bewustzijn

Als journalist kreeg Jensma dagelijks te maken met de spanningsvelden van het vak. Denk aan de concurrentie om de voorpagina, de verwachting passende inhoud voor de juiste doelgroep te brengen en het gevaar van blinde vlekken. Op de vraag hoe keuzes worden gemaakt over onderwerpen in de krant, heeft Jensma een helder antwoord. ‘Wat nieuws is, wordt vaak door de omgeving bepaald; wat de samenleving verwacht of verbaast, waar het collectief van journalisten en media van overeind gaat zitten.’ De kans om in te gaan op een onderwerp buiten de gangbare kaders is niet groot. Althans kleiner dan veel journalisten zouden willen – het nieuws is ook een keurslijf. In zijn juridische journalistiek balanceert Jensma tussen precisie en toegankelijkheid. Hij weet dat juridisch Nederland meeleest, maar ziet het als zijn taak de kern helder over te brengen, niet om het jargon tot op de letter uit te spellen.

‘Je mag als krant een mening hebben, maar wees daar dan helder over’

Volgens Jensma kan je objectiviteit nastreven, zolang je je bewust bent van je positie. ‘Je mag als krant een mening hebben, maar wees daar dan helder over.’ Online is dat ingewikkelder dan op papier. Een middel tegen tunnelvisie is volgens Jensma diversiteit op de redactie. Daarmee zorg je dat je zo veel mogelijk perspectieven meepakt. Jensma kreeg in zijn jeugd al mee hoe belangrijk diversiteit is. Zijn moeder was daarin een inspiratiebron.  ‘Een vrouwelijke advocaat had begin jaren vijftig een totaal andere indruk en ervaring in de juridische wereld dan de mannen van toen.’ 

Een vergiftigd medialandschap

De journalistieke zelfreflectie kwam niet vanzelf, herinnert Jensma zich. ‘De beroepsethiek is toch wel een eind opgeschoten.’ Sinds de moord op Pim Fortuyn is er ook een ombudsman binnen de nieuwsredactie gekomen. ‘Er kwam een golf van kritiek’, zegt hij. ‘Daarvoor piekerden media er niet over om uitleg te geven.’ Die druk leidde ertoe dat zelfcorrectie structureel werd ingebed. ‘Het wantrouwen jegens media is sindsdien gegroeid.’ Toch ziet Jensma dat niet als iets negatiefs. De mediaconsument is volgens hem ‘wakker geworden’ en heeft zijn houding veranderd. ‘Ik zou zeggen ten goede: iedereen is er beter van geworden.’

Deze kritische houding vanuit de lezer kan volgens Jensma echter ook doorslaan. Bijvoorbeeld wanneer kritiek omslaat in afkeer of haat tegenover de traditionele media. ‘We zitten nu in een totaal andere cultuur van vergroving, en mediahetze wat op sociale media naar boven kan komen.’ De digitale omwenteling baart Jensma zorgen. ‘Sociale media hebben het publieke domein vergiftigd.’ Algoritmes versterken vooroordelen, polariseren en gooien alles op een hoop. ‘Mensen zien geen verschil meer tussen feit, opinie en analyse.’ De huidige informatieomgeving noemt hij pervers. ‘We leggen het als journalistiek af tegen de virale, foute bronnen.’

Van gierig naar nieuwsgierig

Toch ziet hij ook hoop. Podcasts bieden volgens Jensma een alternatief, omdat ze het journalistieke proces inzichtelijk maken, in plaats van alleen een eindresultaat te geven en de band met de luisteraar versterken. ‘Daarin hoor je deskundigheid, nuance en onafhankelijkheid’, zegt hij. ‘Dat is de journalistieke meerwaarde.’ Volgens Jensma zit de journalistiek momenteel in de knel. Zijn advies: steun professionele journalistiek. ‘Vraag je niet alleen als journalist, maar ook als burger af waarom je iets gratis krijgt.’ Oftewel: wees kritisch, en nieuwsgierig. Maar niet gierig met geld, als het op betrouwbare informatie aankomt.

Meer over

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Scroll naar top