Wanneer autonomie faalt: de Politieacademie en de grenzen van zelfstandigheid

1

In december 2024 oordeelde het College voor de Rechten van de Mens dat twee hoge politiemedewerkers zich schuldig hebben gemaakt aan seksuele intimidatie van een zzp’er die antidiscriminatietrainingen verzorgde. Ook werd haar klacht hierover op een gebrekkige manier afgehandeld. Het incident vond plaats bij de Politieacademie, een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) met de taak om onder meer politieopleiding en -onderzoek te faciliteren. In theorie biedt de zelfstandigheid van zbo’s efficiëntie en onafhankelijkheid. In de praktijk blijkt deze autonomie echter vaak te leiden tot verzwakt toezicht en gebrekkige controle. Het risico is dat interne tekortkomingen, zoals de mislukte klachtbehandeling in deze zaak, moeilijk zichtbaar en lastig te corrigeren zijn. Deze casus werpt licht op bredere problemen binnen het systeem van zbo’s, waar de balans tussen zelfstandigheid en effectief toezicht vaak onder druk staat.

De slager en het eigen vlees 

De overheid heeft geen directe invloed op de dagelijkse gang van zaken bij de Politieacademie. Toch draagt zij via de Minister van Justitie en Veiligheid wel verantwoordelijkheid voor effectief toezicht en een goed fuctionerend klachtrecht. Dit valt onder de ministeriële verantwoordelijkheid. In de zaak bij de Politieacademie kwam echter naar voren dat de autonomie van het zbo resulteerde in een verzwakt toezichtsmechanisme. De minister kan geen directe aanwijzingen geven in indivuele gevallen. Dit bemoeilijkt de controle en vergroot het risico dat interne falen niet snel genoeg worden aangepakt. Het probleem ligt niet alleen in het tekortschietende toezicht, maar ook in het ontbreken van adequate waarborgen voor de bescherming van mensenrechten, zoals in het geval van seksuele intimidatie.

Autonomie in de uitverkoop: de zbo paradox 

De juridische positie van zbo’s is complex. Enerzijds hebben zij de autonomie om onafhankelijk te functioneren, anderzijds blijft de minister staatsrechtelijk verantwoordelijk voor hun functioneren. Dit spanningsveld leidt tot frictie. Vooral wanneer de behoefte aan zelfstandigheid botst met de vereisten van verantwoording. De klachtprocedure binnen de Politieacademie is hier een goed voorbeeld van. Het huidige beleid van zbo’s biedt geen passende oplossing voor deze spanningen. Dit wordt geïllustreerd door de manier waarop de klacht van de zzp’er werd behandeld. Het betrof niet alleen een kwestie van wanbeheer, maar ook van onvermogen om politieke verantwoordelijkheid effectief uit te oefenen.

De verwachting dat zbo’s opereren binnen de kaders van traditionele bestuursstructuren leidt tot een belemmering van hun autonomie. Daarnaast creëert het ook een spanningsveld tussen politieke invloed en de functionele vereisten van het zbo. Bovendien brengt dit een verantwoordingscultuur met zich mee, wat kan leiden tot een oppervlakkige benadering van toezicht. Hierbij ligt de nadruk op formele procedures en het vermijden van politieke kritiek. Het ontbreekt daarbij aan diepgaande en inhoudelijke reflectie op de kwaliteit van het beleid.

Toezicht zonder blinddoek 

Om de problemen rondom autonomie en toezicht aan te pakken, is een herijking van het toezichtmodel noodzakelijk. Dit vraagt om versterkte controlemechanismen, zoals de oprichting van onafhankelijke klachtencommissies die buiten de invloedssfeer van het zbo opereren. Een dergelijk orgaan had de klachten jegens de Politieacademie wellicht beter en sneller kunnen behandelen. In dat geval had het College voor de Rechten van de Mens zich er niet over hoeven buigen. Daarnaast kunnen regelmatige externe inspecties bijdragen aan het in kaart brengen en oplossen van structurele tekortkomingen. Deze aanpak zou de minister in staat stellen diens verantwoordelijkheid effectief uit te oefenen en tevens de rechtspositie van burgers versterken. 

Het geval van de Politieacademie toont aan hoe cruciaal objectieve en onafhankelijke controle is voor het rechtvaardiger en transparanter uitvoeren van haar taken. Zonder sterke waarborgen voor onafhankelijkheid dreigen toezichtmechanismen zelf te worden besmet door de gebreken die zij behoren te corrigeren. Toezicht dat enkel reageert op incidenten is niet in staat om structurele tekortkomingen tijdig te signaleren. Alleen door proactief en doeltreffend te functioneren kunnen toezichthouders de rechten van burgers daadwerkelijk beschermen. Dus laten we het toezichtmodel herzien en verbeteren. Zo kan een systeem ontstaan waarin de rechten van burgers niet slechts een uitgangspunt zijn, maar een dagelijkse realiteit.

Meer over

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Scroll naar top