Big Brother en het Binnenhof: hoe camerasurveillance demonstraties onder druk zet

Website format (1)

Nederland telt ruim 338.000 beveiligingscamera’s op bijna 75.000 locaties. Dit volgt uit Camera in Beeld, een project waarbij bedrijven, burgers en de overheid op vrijwillige basis hun camera’s kunnen laten registreren in een politiedatabase. Ook zijn inmiddels meer dan tweeduizend bodycams in gebruik door de politie. Hoewel deze camerasurveillance in sommige strafrechtelijke onderzoeken behulpzaam is, kan het ook een zogenaamd chilling effect veroorzaken. Zo kan het gebruik van gezichtsherkenningstechnologie tijdens vreedzame protesten ernstige gevolgen hebben voor de manier waarop burgers hun privacy, demonstratierecht en vrijheid van meningsuiting ervaren. Eind 2024 riep Amnesty International de Nederlandse overheid daarom op te stoppen met onrechtmatige surveillance bij demonstraties. Concrete wetgeving over hoe beeldmateriaal achteraf mag worden ingezet blijft echter uit, maar waarom?

Van hulpmiddel tot risico

Cameratoezicht zit diepgeworteld in het Nederlandse veiligheidsbeleid. Denk aan het opsporen van verdachten of het reconstrueren van incidenten. Publieke en particuliere camerabeelden kunnen daarbij belangrijk bewijs opleveren. Toch is sprake van een verschuiving in het gebruik van camera’s: waar ze ooit achteraf werden geraadpleegd, dienen ze nu steeds vaker als preventief controlemiddel. Dit roept vragen op over proportionaliteit en doelbinding, zeker nu algoritmes in staat zijn gezichten, stemgeluiden en andere fysieke kenmerken automatisch te herkennen. Deze ontwikkeling voedt zorgen over een zogeheten surveillance society, waarin burgers zich permanent bekeken voelen. Het risico hiervan is een chilling effect: mensen passen hun gedrag aan uit angst voor toezicht, ook als zij volledig rechtmatig handelen, zoals bij demonstraties. Het feit dat je mogelijk wordt herkend en geregistreerd kan afschrikwekkend werken en daarmee fundamentele vrijheden ondermijnen.  

Demonstreren kun je leren

Het recht om te demonstreren is stevig verankerd in internationale verdragen, zoals in artikel 11 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en artikel 12 van het EU-Handvest. Deze rechten zijn essentieel in een democratische rechtsstaat, omdat ze ruimte bieden voor kritiek, oppositie en maatschappelijke betrokkenheid. Vrijheid van meningsuiting is onlosmakelijk verbonden met het demonstratierecht. In de praktijk blijkt dat dit recht onder druk komt te staan wanneer deelnemers het gevoel hebben gefilmd te worden. De voortdurende aanwezigheid van drones, mobiele camera-units en bodycams wekt de indruk van systematisch toezicht, wat de beleving van vrijheid en veiligheid aantast. Zeker bij protesten rond gevoelige thema’s (denk aan klimaat, LHBTI+, migratie of oorlogen) kan anonimiteit noodzakelijk zijn voor deelname. Ook zijn er voorbeelden van activisten die op basis van beeldmateriaal zijn gevolgd of geïntimideerd, wat terughoudendheid veroorzaakt. Zo bezochten Nederlandse politieagenten recentelijk Extinction Rebellion activisten op hun privéadres.

Wie wat wet?

Nederland beschikt over wetten die het gebruik van persoonsgegevens en cameratoezicht reguleren, zoals de AVG, de Wet politiegegevens en de Politiewet. Specifieke waarborgen bij het filmen van demonstranten ontbreken echter. Cameratoezicht tijdens protesten wordt zelden afzonderlijk getoetst aan proportionaliteit en subsidiariteit, terwijl juist daar bijzondere gevoeligheden spelen. Amnesty International waarschuwt voor het normaliseren van toezicht zonder duidelijke wettelijke grenzen. Eind 2024 riep de organisatie de overheid al expliciet op tot actie, maar wetgeving blijft onvolledig. Mogelijke oorzaken zijn een gebrek aan politieke urgentie, een nadruk op veiligheid of terughoudendheid om politiebevoegdheden in te perken.

Een veelbelovende ontwikkeling op Europees niveau is de AI Act. Deze verordening verbiedt in beginsel het gebruik van real-time gezichtsherkenning in de openbare ruimte. Ook andere vormen van biometrische surveillance, zoals emotion recognition, vallen onder strenge voorwaarden. De EU-regelgeving benadrukt het belang van mensenrechten bij technologische toepassingen en kan, mits goed gehandhaafd, ook in Nederland bijdragen aan betere bescherming bij demonstraties. Toch is aanvullende nationale wetgeving onmisbaar. Zo moet duidelijk zijn wanneer camera’s worden ingezet, wie toegang heeft tot de beelden en of biometrische analyse is toegestaan. Zolang zulke bescherming uitblijft, zullen burgers zich in toenemende mate bekeken voelen op straat. In Nederland wanen we ons momenteel nog veilig, maar afschrikwekkende berichten over hoe snel technologie kan omslaan in repressie volgen uit China, Rusland en Iran. Deze voorbeelden tonen aan wat gezichtsherkenningstechnologie en camerasurveillance in de verkeerde handen kan betekenen voor mensenrechten en zouden moeten dienen als wake-up call.

Meer over

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Scroll naar top