Op 22 januari 2025 heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de stikstofzaak van Greenpeace tegen de Nederlandse Staat. De rechtbank heeft Greenpeace gelijk gesteld en de Staat verplicht te handelen volgens de stikstofdoelen uit eigen wetgeving. Als gevolg is de Staat gedwongen vóór 30 december 2030 het stikstofsurplus in minstens 50% van de Nederlandse natuurgebieden onder schadelijk niveau te brengen. Als de Staat hierin faalt, zal die een boete van tien miljoen euro aan Greenpeace moeten betalen. Een harde uitspraak, maar mogelijk met positieve uitkomst.
Regels zijn regels
Greenpeace heeft de overheid aangeklaagd omdat zij onder meer in strijd zou handelen met de Europese Habitat- en Vogelrichtlijnen. Deze verplichten lidstaten om Natura 2000-gebieden, waarvan Nederland er 162 heeft, te beschermen. Deze landschappen zijn geselecteerd op basis van hun flora en fauna om zo de biodiversiteit in Europa te behouden. Toch hebben verschillende onderzoeken aangetoond dat deze gebieden in Nederland verslechterd zijn, met als grote oorzaak stikstofdepositie. Door deze neerslag raakt de balans van voedingsstoffen in onze aarde verstoord. Dit zorgt ervoor dat planten- en diersoorten verdwijnen. Ook verslechtert het de water- en luchtkwaliteit, wat schadelijke gevolgen kan hebben voor de volksgezondheid.
Volgens Greenpeace handelt de overheid ook in strijd met haar eigen Omgevingswet. Uit de Europese Natura-2000 regio’s is er in Nederland op basis van stikstofgevoelige gebieden een ‘Urgente lijst’ van landschappen gemaakt. Voor deze gebieden is een flinke vermindering in stikstof vereist om de schade te herstellen. In de Omgevingswet zijn dan ook doelen opgesteld om de stikstofneerslag terug te dringen tot onder de kritische depositiewaarde (KDW). De KDW geeft aan hoeveel neerslag de natuur jaarlijks kan tolereren zonder schade. Het doel van 40% stikstofmindering voor 2025 is al niet gehaald, daarom de urgentie dit voor 2030 te repareren. Zo niet, dan zal het huidige handelen volgens Greenpeace leiden tot onomkeerbare schade aan de beschermde natuur in Nederland.
Tijd voor vermindering
De rechtbank oordeelde dat de Staat inderdaad onrechtmatig handelt door de Natura-2000 gebieden onvoldoende te beschermen en de stikstofdoelen van 2025 niet te halen. Met de huidige maatregelen die nog afkomstig zijn van het vorige kabinet dreigt het doel ook voor 2030 uitgesloten te zijn. Ook het kabinet-Schoof heeft nog geen plannen voorgesteld met wijzen waarop deze doelen gehaald zouden worden. Wel is het Transitiefonds, waarmee de financiële middelen om stikstof te verminderen, stopgezet. Dat is volgens Greenpeace een stap in de verkeerde richting. Derhalve luidt de dringende oproep verandering te brengen in dit sombere toekomstbeeld.
Tot nu toe voldoet 28% van de Nederlandse Natura-2000 regio’s aan de KDW-grens. Volgens de rechtbank is de resterende 22% voor 2030 te behalen met aangescherpte maatregelen. De Staat zal prioriteit moeten geven aan de meest kwetsbare gebieden. De overheid moet zich dus aan eigen wetgeving houden, en het behalen van de wettelijke stikstofdoelen is het absolute minimum hiervan. De rechtbank beveelt dat het vonnis onmiddellijk uitgevoerd moet worden. Als de overheid erin faalt het 2030-doel te behalen, zal zij een dwangsom van 10 miljoen euro aan Greenpeace moeten betalen. Dit oogt als een heftige maatregel, maar de rechtbank doet dit op basis van eerder gefaalde regelingen met betrekking tot het klimaat. De strekking van de uitspraak is dat het nu echt tijd is voor vermindering.
Grensoverstijgend: de Staat of de rechter?
De uitspraak van de rechtbank doet denken aan de Urgendazaak uit 2015. In Nederland moet een rechter een terughoudende rol aannemen als het gaat over maatschappelijke kwesties die onder het domein van de wetgever vallen. Toch wordt de Staat in beide zaken door de rechter gedwongen tot actie. De rechter speelt hier niet alleen een juridische rol, maar fungeert als beschermer van publieke belangen. Een onwaarschijnlijk lijkende, maar wellicht toch noodzakelijke positie. Met de Urgendazaak werd aangetoond dat de rechter juist op moet kunnen treden tegen een overheid die haar verantwoordelijkheid verwaarloost. In de uitspraak in deze zaak wordt bevestigd dat de overheid niet onaantastbaar is. Zeker niet als het gaat om onze natuur en toekomst.