Beschermen en begrenzen: meerderheid Kamer stemt voor leeftijdsgrens sociale media

Website format -7

Dat de verslavende algoritmes van sociale media negatieve gevolgen kunnen hebben voor jongeren is onbetwist. Daarom stemde de Tweede Kamer op 4 Maart in met een motie van D66-Kamerlid Hanneke van der Werf voor het instellen van een minimumleeftijd van vijftien jaar voor sociale media die zulke algoritmes gebruiken. Het betreft niet alle sociale media, maar platformen die specifiek deze verslavende algoritmes hanteren. Denk hierbij aan apps als Instagram, TikTok en X. De motie beoogt zowel nationale als Europese regelgeving. 

(Motie)vatie

De motie ziet op een minimumleeftijd voor socialemediagebruik die bedoeld is om jongeren te beschermen tegen verslavende algoritmes op bepaalde platformen. Volgens D66 moet een lijst gemaakt worden van platformen met algoritmes die gebruikers opzettelijk zo lang mogelijk op de app houden. De achterliggende motivatie is de groeiende zorg over de schadelijke effecten van deze algoritmes op de mentale ontwikkeling van jongeren. Door een leeftijdsgrens in te stellen, hopen voorstanders jongeren in een kwetsbare levensfase af te schermen van de negatieve invloeden.  

De motie dient als een oproep aan het kabinet om duidelijke en nauwkeurige regels op nationaal niveau op te stellen. Ook is het de bedoeling dat het kabinet in gesprek gaat met andere Europese landen over een algemene minimumleeftijd. Uit huidige Europese regelgeving volgt al dat jongeren onder zestien toestemming van hun ouders nodig hebben om sociale media te gebruiken. Echter, het wordt momenteel aan techbedrijven zelf overgelaten óf en hoe zij dat controleren. Als gevolg wordt deze regelgeving niet voldoende gevolgd en gehandhaafd. Hieruit vloeit het voorstel voort om op nationaal en Europees niveau regels op te stellen die beter te handhaven zijn.  

Wereldwijde overweging 

Niet alleen in Nederland, maar ook in Frankrijk en Denemarken wordt een leeftijdsgrens van vijftien jaar voorgesteld. De leeftijd van vijftien jaar wordt volgens van der Werf gehanteerd omdat experts aanraden te wachten met sociale media tot na de puberteit. De hersenen zijn dan namelijk beter ontwikkeld. Het einde van de puberteit wordt vaak rond vijftien of zestien jaar gemarkeerd. D66 volgt in haar motie de leeftijdsgrens van Denemarken en Frankrijk om zo op een lijn te zitten qua mogelijke algemene Europese regelgeving. 

Ook buiten Europa leeft de discussie. In Australië werkt premier Anthony Albanese aan een wetsvoorstel voor een verbod op sociale media voor jongeren onder de zestien jaar. Dit verbod blijkt echter lastig te implementeren aangezien het onduidelijk is wie de leeftijd moet controleren en op wat voor manier. Deze buitenlandse ontwikkelingen zijn een voorbeeld voor D66. De partij stelt voor dat de verantwoordelijkheid bij de techbedrijven blijft zonder dat zij allerlei persoonlijke gegevens tot hun beschikking hebben. 

Verkeerde oplossing? 

Dat het implementeren en hanteren van dergelijke leeftijdsgrenzen ingewikkeld is, blijkt uit eerdere regelgeving en initiatieven. Sommigen twijfelen aan de effectiviteit van zulke restricties aangezien techbedrijven zich nu ook al niet aan de regels houden. Daarnaast zou het geen duurzame oplossing zijn. Jongeren zouden op latere leeftijd toch worden geconfronteerd met dezelfde platformen. Volgens Vivian den Blanken van het Nederlands JeugdInstituut leidt de leeftijdsgrens af van het echte probleem: het bieden van een veilige online omgeving zonder schadelijke algoritmes. Het probleem ligt volgens haar bij deze algoritmes, niet bij iemands leeftijd. Samen met anderen pleit zij voor strengere richtlijnen voor sociale media en voor een goede voorlichting vanuit ouders en school. 

De vraag is of het kabinet de motie vanuit de Tweede Kamer zal volgen. Afgelopen december stemde het kabinet tegen een dergelijke leeftijdsgrens. Het kabinet ondersteunde deze beslissing door te stellen dat de oplossing in betere voorlichting aan ouders en het veiliger maken van platformen ligt. Toch lijkt er beweging te ontstaan. Staatssecretaris van Jeugd en Preventie Vincent Karremans heeft aangekondigd voor deze zomer een adviesleeftijd voor te stellen over telefoongebruik en schermtijd. Ook zal hij met andere EU-landen overleggen over een Europese richtlijn. Of dit de juiste stap is, blijft de vraag maar dat er een offline oplossing moet komen voor dit online probleem is duidelijk.

Meer over

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Scroll naar top