In januari 2025 nam Agaath Reijnders-Sluis na 37 jaar afscheid van haar post als directeur van de Amsterdamse Orde van Advocaten. Door de jaren heen heeft zij de advocatuur enorm zien veranderen en zich onvoorwaardelijk ingezet om de kernwaarden van deze beroepsgroep te waarborgen. Een trouwe toewijding die met de Andreaspenning van de stad Amsterdam is beloond tijdens haar afscheidsseminar. Wij gingen met Reijnders-Sluis in gesprek over haar loopbaan, het belang van de orde en de toekomst van onze rechtsstaat.
Midden in de advocatuur
In 1987 kreeg Reijnders van de toenmalige deken de vraag of zij een bureau voor de Amsterdamse orde wilde opzetten. ‘Een organisatie voor en door advocaten met oog voor de maatschappij.’ De hoeveelheid werk werd op dat moment ingeschat op 4 à 5 dagdelen. Inmiddels heeft de orde meer dan dertig werknemers in dienst. Na een aantal jaren in de praktijk en een tijdje bij het Bureau voor Rechtshulp te hebben gewerkt, kwam deze uitdaging als geroepen voor Reijnders. Haar steengoede geheugen en oog voor detail maakten haar niet alleen een kundig jurist, maar ook de uitverkoren kandidaat voor deze klus.
De orde heeft de publieke taak ervoor te zorgen dat iedereen die zijn recht zoekt, kan rekenen op rechtsbijstand van een advocaat. Tevens onderzoekt de orde klachten over advocaten en bemiddelt ze in geschillen tussen advocaten onderling of tussen advocaten en cliënten. Daarnaast houdt de orde toezicht op (het toelaten van nieuwe) advocaten en steunt ze deze bij bedreigingen. Reijnders stelt dat de regelgeving in de advocatuur, en hiermee ook de terreinen waarop door de orde toezicht moet worden gehouden, steeds toeneemt. Denk hierbij aan anti-witwasregelingen en sanctiewetgevingen.
Midden in de stad
Aan het begin opereerde Reijnders vanuit een portierswoning in de oude rechtbank op de Prinsengracht. Het werd echter snel duidelijk dat er meer ruimte nodig was. Dit resulteerde in een queeste naar een plek midden in de stad waar ook de deken kantoor ging houden. In 2008 verhuisde de orde naar haar huidige locatie aan de Paulus Potterstraat, tussen enerzijds de grote kantoren op de Zuidas en anderzijds de kleine kantoren op de grachtengordel. ‘Een prachtige plek’ die precies voldeed aan de eisen, aldus Reijnders.
‘We zijn te groot geworden, je komt elkaar weinig tegen en dat is niet goed’
Het arrondissement Amsterdam is veruit het grootst. Van de ruim 18.000 advocaten die ingeschreven staan op het Nederlandse tableau, zijn bijna zevenduizend gevestigd in de hoofdstad. De groei van de balie heeft volgens Reijnders verreikende gevolgen voor de advocatuur. Zij heeft het idee dat advocaten vroeger welwillender waren tegenover elkaar. ‘We zijn te groot geworden, je komt elkaar weinig tegen en dat is niet goed.’ Mede door Reijnders is het voor advocaat-stagiairs van grote kantoren mogelijk geworden proceservaring op te doen in de sociale advocatuur. Andersom zou zij dit ook graag wensen, maar dat is tot op heden nog niet het geval. ‘Het is belangrijk dat advocaten elkaar en hun praktijk kennen.’
Midden in de maatschappij
Het onderwerp van het afscheidsseminar van Reijnders was ‘De rechtsstaat onder druk, is het tij nog te keren?’ Dat is iets wat haar zeer aan het hart gaat. We denken dat de rechtsstaat in Nederland goed is ingericht, maar ook hier zijn zwakke plekken, zoals de benoeming van rechters bijvoorbeeld. De Minister van Justitie en Veiligheid en de Tweede Kamer spelen daar een rol bij en dat kan dus van invloed zijn, terwijl de rechterlijke macht onafhankelijk moet zijn. Politici uiten tegenwoordig kritiek op rechterlijke uitspraken en doen die af als ‘ook maar een mening’. Dat is volgens Reijnders een signaal dat het niet goed gaat met onze rechtsstaat. Het is belangrijk om het evenwicht tussen politici, bestuurders en rechters te bewaken. Reijnders is van mening dat wij als toekomstige juristen daarvoor moeten opkomen, waar we maar kunnen.
‘De rechtsstaat onder druk, is het tij nog te keren?’
Zowel leken als experts lijken niet vaak stil te staan bij het nut, het belang en de functie van de orde. Veel studenten zullen misschien niet eens van haar bestaan afweten. Reijnders realiseert zich dat er meer gecommuniceerd moet worden via sociale media. Zeker nu de rechtsstaat ondermijnd wordt. Zelf is Reijnders via nevenactiviteiten altijd al bezig geweest met juridisch activisme. Haar betrokkenheid bij meerdere stichtingen en commissies die zich inzetten voor de advocatuur is uitzonderlijk. Onder andere bij Lawyers for Lawyers bijvoorbeeld, een organisatie die in actie komt voor advocaten die, waar ook ter wereld, vervolgd worden vanwege de uitoefening van hun vak. Ze benadrukt hierbij de relevantie van advocaten en hun positie midden in de maatschappij.
Reijnders vertelt dat lang gedacht is dat het hier in Nederland wel goed zit, maar wijst erop dat het bij ons ook heel makkelijk fout kan gaan. Ze vergelijkt onze huidige situatie met schrikbarende gebeurtenissen in Polen, waar de vorige regering via een reeks hervormingen de onafhankelijkheid van de media en de rechterlijke macht aantastten. Toch schetst ze een positief toekomstbeeld. Ze vindt dat het over het algemeen goed gaat met de advocatuur. Ook uit Reijnders interesse in de ontwikkelingen van kunstmatige intelligentie voor het juridische vakgebied. Haar gouden tip aan rechtenstudenten? Een tijdje bij de orde komen werken. Wie weet bevalt het zo erg dat je 37 jaar later pas weer vertrekt.