Rechters slaan alarm: de onafhankelijke rechtspraak is onvoldoende gewaarborgd

Website format-5

In Montesquieu’s trias politica houden de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht elkaar in balans. De onafhankelijkheid van de rechtsprekende macht is een fundament van de rechtsstaat. Een verstoring van dit evenwicht zet de rechtsstaat op losse schroeven. Toch zien wij, zelfs binnen de EU, hoe de uitvoerende macht binnendringt in de rechtspraak. Bijvoorbeeld in Polen en Hongarije, waar de benoeming van rechters naar de hand gezet wordt van autoritaire regimes. Ook in Nederland slaan diverse rechters en hoogleraren alarm over de kwetsbaarheid van onze onafhankelijke rechtspraak. Moeten wij vrezen dat Nederland hetzelfde pad inslaat als zijn Oost-Europese Uniegenoten? 

De Raad voor de rechtspraak

De angst voor inbreuk op de rechterlijke onafhankelijkheid betreft de Raad voor de rechtspraak (de Raad). Dit zelfstandig bestuursorgaan fungeert als schakel tussen de Minister van Justitie en Veiligheid en de rechtsprekende macht. De Raad is verantwoordelijk voor financiering, bedrijfsvoering en de benoeming van rechtbankpresidenten. De minister benoemt en ontslaat leden van de Raad. Daarnaast benoemt de minister – op voordracht van de Raad – de rechtbankpresidenten voor een termijn van zes jaar. De presidenten spelen een sleutelrol binnen de rechterlijke organisatie. Zij stellen rechters in hun gerecht aan en bepalen de zaakstoedeling. Bovendien fungeert de president als rechter in tuchtprocedures binnen zijn rechtbank, waarvoor geen openbaarheidsvereiste geldt. 

Zowel deze invloedrijke presidenten als de leden van de Raad vallen onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie en Veiligheid. Aangezien de minister hen formeel benoemt en ontslaat, ontstaat een hiërarchische ondergeschiktheid. Hierdoor beschikt de uitvoerende macht over een potentieel krachtig sturingsinstrument binnen de rechterlijke organisatie. In november 2024 nam een meerderheid in de Tweede Kamer een motie aan. Deze motie beoogt een uitbreiding van de bevoegdheden van de Raad tot het nemen van bindende beslissingen binnen de rechtspraak. Dit kan ervoor zorgen dat het evenwicht van de trias politica uit balans raakt. 

Dreiging van verRaad

In de bundel Constitutionele waarborgen bekritiseren vooraanstaande rechtsgeleerden de Raad als flinterdunne buffer van de onafhankelijke rechtspraak. Volgens hen plaatst de Raad de rechterlijke organisatie onder invloed van de uitvoerende macht. De minister kan via hiërarchische bedrijfsvoering invloed uitoefenen op het rechterlijk beleid. Daardoor wordt de positie van onze rechtspraak zwakker geacht dan in Polen en Hongarije voor de afbraak van onafhankelijkheid. Zo waren er daar wetswijzigingen nodig voor politiek zeggenschap over de benoeming en het ontslag van rechters. In Nederland zijn dergelijke wetswijzigingen niet nodig. Hier wordt de onafhankelijkheid van de individuele rechter slechts deels beschermd door de Grondwet. Een wettelijke waarborg voor stelselmatige rechterlijke onafhankelijkheid ontbreekt tot op heden. 

Desalniettemin kent Nederland een sterke cultuur van ongeschreven regels rondom de onafhankelijkheid van de rechtsprekende macht. Daarbij hoort dat de Minister van Justitie en Veiligheid zich terughoudend opstelt in zijn inspraak in de rechterlijke organisatie. Maar normen binden niet. De politiek is immers niet formeel gebonden aan deze terughoudendheid. Zo heeft de PVV zich in het verleden kritisch opgesteld tegenover de rechtspraak. De partij uitte zich tegen de levenslange benoeming van rechters. Ook verhinderde de partij in 2011 de aanstelling van Diederik Aben in de Hoge Raad vanwege zijn uitspraken over partijleider Wilders. De kwetsbaarheid van de Nederlandse rechterlijke onafhankelijkheid wordt benadrukt in een rapport uit 2023 van de Venetië Commissie van de Raad van Europa. De waarborgen voor de rechter ten opzichte van de uitvoerende macht worden niet geacht conform Europese standaarden te zijn.

Verloren rechtspraak?

Hoewel rechtsgeleerden alarm slaan over de rechterlijke onafhankelijkheid, is momenteel nog sprake van een vitale rechtsstatelijke cultuur. Ministeriële terughoudendheid is de norm. Ook de Raad functioneert als brug tussen de rechterlijke en uitvoerende macht conform de norm. Het bestuursorgaan biedt het nodige evenwicht om de democratische legitimiteit van de rechtspraak te bewaken. Als indirect medium van maatschappelijke inspraak fungeert het als een controlemechanisme op de rechtsprekende macht. Maar de balans van de trias politica is kwetsbaar. Het ontbreken van voldoende waarborgen creëert ruimte voor politieke beïnvloeding, die de scheiding der machten sluipenderwijs kan ondermijnen.

Meer over

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Scroll naar top