Een verbod op ‘homogenezing’ lijkt vanzelfsprekend, maar de politiek is verdeeld. Conversietherapie, een praktijk die iemands geaardheid of genderidentieit meent te ‘genezen’, is in veel landen al verboden. In Nederland is een initiatiefvoorstel van vijf partijen om deze vorm van therapie voor minderjarigen te verbieden al jaren in de maak. Tijdens het Tweede Kamerdebat op 19 februari 2025 werd het voorstel besproken, maar bleken de meningen nog verdeeld. Partijen NSC en CDA hebben enige bezwaren. Zij ervaren problemen met onder andere de handhaving en de bewoording van het voorstel. De meerderheid van de stemmen is zonder hun steun niet behaald. Ondertussen is er veel druk vanuit de samenleving om de therapie volledig te verbieden. Wat betekent de politieke uitkomst voor de toekomst van conversietherapie in Nederland?
‘Genezing’, een bron van klachten
Conversietherapie is een behandeling die met psychologische middelen transgender personen of mensen met een homoseksuele of biseksuele geaardheid zou moeten ‘genezen’. Hiermee wordt geprobeerd de persoon te bekeren naar de heersende norm van heteroseksuele geaardheid. Dit zou gedaan worden met activiteiten zoals pastorale gesprekken, gebedsgenezing, duiveluitdrijving, gedragsinterventies en zelfs het toedienen van elektroshocks. Personen die deze therapie ondergaan zijn voornamelijk jongeren die opgroeien in een religieuze omgeving met strenge normen op het gebied van seksuele geaardheid en genderidentiteit. De omgeving stuurt jongeren naar deze conversietherapie om iemands seksuele geaardheid en ‘demonische gevoelens’ te onderdrukken en daarmee acceptatie in de groep te garanderen. Uit onderzoek blijkt echter dat conversietherapie enorm schadelijk is. Mensen lijden aan verlaagd zelfvertrouwen, angstgevoelens, depressie, zelfhaat en veel andere klachten. Om deze redenen is homogenezing in meerdere landen al verboden. In Nederland komt deze therapievorm nog wel voor, blijkt uit onderzoek.
Een wetsvoorstel roept weerstand op
Drie jaar geleden dienden D66, VVD, GroenLinks-PvdA en Partij voor de Dieren een wetsvoorstel in om conversietherapie voor minderjarigen te verbieden. Zij beargumenteerden dat de schade ethisch niet te verantwoorden is. Bij uitvoering van de therapie volgde uit het wetsvoorstel een gevangenisstraf van maximaal één jaar en een geldboete van 22.500 euro. Hoewel partijen het eens zijn dat conversietherapie schadelijk is, steunen NSC en CDA het verbod niet. Zij zetten vraagtekens bij de uitvoerbaarheid van de wet, met name over wanneer iets een strafbare vorm van conversietherapie is. Daarnaast beargumenteren zij dat deze therapievorm ook op andere manieren bestraft kan worden. Ook vinden zij dat de handhaving van het verbod zich eerder zou moeten richten op de toegebrachte schade aan slachtoffers in plaats van op de verrichtte handelingen van de ‘homogenezers’. Zij willen vanwege deze onduidelijkheden regels rondom conversietherapie verwerken in een ander wetsvoorstel dat psychisch geweld strafbaar stelt.
Een regenboog zonder kleur
Het debat heeft tot teleurstelling geleid bij voorstanders van het verbod. Vooral omdat NSC en CDA eerder wel het ‘Regenboog Stembusakkoord’ hadden ondertekend. Deze afspraak bevatte concrete maatregelen op het gebied van LHBTI+ emancipatie en ondertekenaars beloofden hierin zich juist hard te maken voor een wettelijk verbod op homogenezing. Ondanks de bewezen schade blijft conversietherapie in Nederland voor nu bestaan. Momenteel zijn er vijftien aanbieders hiervan en krijgt internationaal drie tot vijf procent van de LHTBI+ gemeenschap ermee te maken.
Het COC, een Nederlandse LHBTI+ belangenorganisatie, is ook zeer teleurgesteld over de uitkomst van het debat. Zij pleiten al ruim tien jaar voor een verbod en benadrukken dat conversietherapie niet alleen zinloos is, maar ook veel psychische schade veroorzaakt. Daarnaast zijn zij kritisch over de alternatieve oplossing van NSC en CDA voor opname van regels rondom conversietherapie in het andere wetsvoorstel. Mensenrechtenorganisaties zoals de VN en de Raad van Europa pleiten al jaren voor verbod, maar Nederland blijft achter. Dit wetsvoorstel leek eindelijk verandering te brengen, maar na deze onverwachte uitkomst van het debat is onzeker of en in welke vorm dit verbod er gaat komen. Wel is duidelijk dat snel verandering moet komen om toekomstige slachtoffers van deze schadelijke handelingen te voorkomen.