Hoe blijft het recht op een eerlijk proces staande zonder advocaat?

Website format

Na Youssef Taghi en topadvocaat Inez Weski is strafrechtadvocaat Vito Shukrula inmiddels ook gearresteerd. Hiermee is hij de derde advocaat van Ridouan Taghi die wordt verdacht van betrokkenheid bij zijn criminele organisatie. In alle gevallen gaat het om het vermoedelijk doorspelen van berichten vanuit de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) aan de buitenwereld. Inmiddels zit Taghi opnieuw zonder raadsman en lijkt het Openbaar Ministerie (OM) de verdediging te wantrouwen. Hoe blijft het recht op verdediging overeind wanneer het risico op misbruik groot is en de verdediging steeds moeilijker uitvoerbaar wordt?

Verschoning tot verdachte

In het strafproces geldt een streng communicatiegeheim tussen advocaat en cliënt als essentieel onderdeel van een eerlijk proces, zoals gewaarborgd in artikel 6 EVRM. Alles wat over de zaak wordt besproken, valt onder de geheimhoudingsplicht en mag niet worden gedeeld met derden. Alleen praktische verzoeken, zoals om kleding of medicijnen, zijn hiervan uitgezonderd. Het doorgeven van berichten door een advocaat mag niet en kan leiden tot verdenking van medeplichtigheid. In gevallen waarin dat leidt tot voortzetting van criminele handelingen, kan een advocaat zelfs worden aangemerkt als lid van een criminele organisatie. Dit gebeurde bij Youssef Taghi, Weski en Shukrula. Steeds meer aanwijzingen tonen aan dat Taghi zijn advocaten gebruikte als communicatiekanaal naar de buitenwereld. Voor het OM raakt dit de kern van de verdediging: een eerlijk proces kan zo niet langer gewaarborgd worden. 

Toga onder toezicht

Taghi zit vast in de EBI, de strengst beveiligde gevangenis van Nederland, en verblijft daar onder het zwaarst mogelijke regime. Bezoekmomenten, communicatie en contactmogelijkheden zijn al fors beperkt. Tijdens advocatenbezoeken is er cameratoezicht om te controleren of het gesprek niet wordt misbruikt voor andere doeleinden. Hierbij wordt geen geluid opgenomen ter waarborging van de vertrouwelijkheid tussen advocaat en cliënt. Toch ligt er nu een wetsvoorstel dat het in uitzonderlijke gevallen mogelijk moet maken gesprekken tussen advocaat en cliënt af te luisteren. Dat voorstel is bedoeld voor extreme situaties zoals die waarin georganiseerde criminaliteit vanuit detentie wordt voortgezet.

Deze wet stuit echter op fundamentele bezwaren. Volgens de Afdeling advisering van de Raad van State mag het vertrouwelijke overleg met een advocaat alleen worden ingeperkt als sprake is van concrete individuele verdenkingen. Niet als algemene preventieve maatregel. Het beroepsgeheim behoort tot de kern van het recht op een eerlijk proces en kan niet zomaar worden opgeheven. Tegelijkertijd groeit de politieke druk om de veiligheid te waarborgen en georganiseerde misdaad te ondermijnen. De wetgever krijgt een ingewikkelde taak. Enerzijds dient hij een juridisch kader te creëren dat uitzonderlijke inbreuken mogelijk maakt, maar anderzijds ook de rechtsstaat beschermt tegen systematische uitholling. 

Zonder verdediging een eerlijk proces?

De verdediging in het hoger beroep van Taghi werd nog gevoerd door twee overgebleven advocaten, Crince le Roy en Kat. Maar ook zij hebben recentelijk de verdediging neergelegd. Volgens hun verklaring is effectieve juridische bijstand onder de huidige beperkingen niet langer mogelijk. Daarnaast hebben zij geen vertrouwen dat er een eind komt aan wat zij zien als schendingen van Taghi’s grondrechten. De advocaten doelen onder meer op de betrokkenheid van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Zij meldden anderhalve maand na het aantreden van de drie advocaten aan het OM dat Shukrula berichten van zijn cliënt doorgaf. Daarop startte het OM een strafrechtelijk onderzoek en werd Shukrula gearresteerd.

Daarmee is de situatie ontstaan dat Taghi op dit moment geen verdediging meer heeft in het Marengo-hoger beroep. Door de arrestaties en beperkingen is het vinden van een nieuwe advocaat voor Taghi uiterst moeilijk geworden. Het recht op verdediging, zoals vastgelegd in artikel 6 EVRM, blijft formeel bestaan. Daarmee is echter niet gezegd dat dit recht altijd praktisch uitvoerbaar is. Zonder advocaat wordt effectieve verdediging vrijwel onmogelijk, zeker in een complexe zaak als het Marengo-proces. Hoe zorg je dat zelfs de zwaarste crimineel toegang houdt tot het recht op verdediging, zonder de veiligheid van samenleving en rechtsgang in gevaar te brengen? De zaak tegen Taghi test de uiterste randen van de rechtsstaat.

Meer over

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Scroll naar top