Op een zonnige dinsdagmiddag fiets ik naar het concertgebouw om naar Mahlers Vijfde symfonie te luisteren. Het Mahlerfestival trekt internationaal publiek en ik mag van geluk spreken dat ik een kaartje heb weten te bemachtigen. Voordat ik het concertgebouw betreed, passeer ik de bijbelkiosk die op de hoek van de Van Baerlestraat staat. Je vergeet altijd dat dit huisje nog bestaat, totdat je er weer eens langs loopt. Geamuseerd denk ik bij mijzelf: hoe kan zoiets nog bestaan? Een piepkleine kiosk met alleen bijbels. Verkrijgbaar in allerlei talen, bemand door een vrijwilliger en dat in hartje Amsterdam. Het voelt niet als iets van deze tijd. Maar goed, we luisteren ook nog steeds naar Mahler. Binnen klinkt de Vijfde, een stuk waarin rouw, hoop en liefde zijn verwerkt. Hetgeen Mahler meer dan een eeuw geleden in zijn muziek uitte, ervaren wij nog steeds hetzelfde. Misschien is dat ook wel het fijne aan het Nederlands recht. Het biedt handvatten om het verleden te begrijpen en grip te hebben op de toekomst. Net zoals Mahler. Net zoals de kiosk.