De Nederlandse strafuitbreiding spionageactiviteiten: Mission Impossible?

column-strafuitbreiding-spionageactiviteiten

In maart 2022 zijn zeventien Russische diplomaten uitgezet die heimelijk actief waren als inlichtingenofficier in Nederland. Reden hiertoe was informatie van de AIVD en MIVD waaruit bleek dat de desbetreffende personen misbruik maakten van hun diplomatieke dekmantel. De inlichtingenofficieren versleutelden geheime berichten, verzamelden computerchips en hielden zich bezig met contraspionage namens de Russische geheime dienst. Het is een recent voorbeeld waaruit blijkt dat Nederland slachtoffer is van spionage. Digitalisatie en geopolitieke veranderingen zorgen ervoor dat de kwantiteit, de verschijningsvormen en de wijze waarop wordt gespioneerd voortdurend in ontwikkeling zijn. Nederlandse wetgeving inzake spionageactiviteiten tegen de staat is verouderd en toe aan modernisering. Dientengevolge ligt het wetsvoorstel ‘uitbreiding strafbaarheid spionageactiviteiten’ op dit moment bij de Tweede Kamer.

Meer dan klassieke spionage

Sinds 1967 is er geen fundamentele wijziging in het strafrecht geweest met betrekking tot spionage. Op dit moment zijn er in Nederland binnen dit kader alleen strafbepalingen met betrekking tot schendingen van staats-, ambts- en bedrijfsgeheimen. Zo heeft in 2011 een voormalig F-16 piloot vier jaar gevangenisstraf gekregen voor het schenden van staatsgeheimen. De piloot had tweemaal een ontmoeting gehad met een defensie-attaché van de Russische ambassade in Den Haag. De piloot beoogde geheime staatsdocumenten te verkopen die hij in zijn tijd bij de Nederlandse luchtmacht had verworven. Voor het verstrekken van niet-geheime informatie aan een buitenlandse mogendheid die alsnog schadelijk is voor Nederland, is in het huidige strafrecht nog geen strafbepaling. 

Volgens het kabinet zijn er onvoldoende mogelijkheden in de huidige regelgeving om tegen moderne gevallen van spionageactiviteiten op te treden. Onder leiding van de minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yeşilgöz-Zegerius is het wetsvoorstel uitbreiding strafbaarheid spionageactiviteiten’ geïnitieerd. Hiermee beoogt zij spionageactiviteiten op een effectievere wijze strafrechtelijk aan te pakken. Het betreft een strafbepaling voor spionage omwille van een buitenlandse overheid gericht tegen zwaarwegende Nederlandse belangen. Het wetsvoorstel zorgt ervoor dat het verstrekken van schadelijke niet-geheime informatie ten behoeve van een buitenlandse mogendheid strafbaar wordt. Het verspreiden van desinformatie is hier een voorbeeld van. De nieuwe wet omvat daarnaast schadelijke handelingen die niet louter toezien op het verschaffen van informatie. Denk hierbij aan het rondbrengen van pakketjes voor buitenlandse mogendheden, sabotage en het beïnvloeden van burgers uit bepaalde gemeenschappen door buitenlandse actoren. 

Makkelijk doelwit

Vergeleken met de rest van de wereld is Nederland een van de meest ontwikkelde landen op het gebied van techniek, wetenschap en economie. In combinatie met globalisering en digitalisering van de samenleving is Nederland daarmee niet alleen een aantrekkelijk, maar ook een kwetsbaar doelwit voor statelijke actoren. Technologische ontwikkelingen werken, naast dreigingen middels cyberaanvallen en het verspreiden van desinformatie, ook ongewenste inmenging via sociale media in de hand. De gehele breedte van de maatschappij, van vitale infrastructuur tot aan sociale en politieke stabiliteit toe, staat onder druk van de inlichtingen- en beïnvloedingsactiviteiten van statelijke actoren. Daarnaast is de wetgeving aangaande spionage in omringende Europese landen zoals Duitsland, Frankrijk en Denemarken van hoger niveau. Daardoor loopt Nederland het risico een aantrekkelijker doelwit te worden voor spionage. Kortom, genoeg redenen voor het kabinet om de ‘uitbreiding strafbaarheid spionageactiviteiten’ te realiseren. 

Stirred, not shaken

Het wetsvoorstel is februari 2022 in consultatie gegaan. Op dat moment had de wet enkele mankementen. Zo zou de strafmaat te laag zijn waardoor bepaalde bijzondere opsporingsbevoegdheden, zoals het inzetten van hackbevoegdheden en het opnemen van vertrouwelijke communicatie in woningen, niet toepasbaar waren. Daarnaast zou er onvoldoende rechtszekerheid zijn door het gebruik van te brede reikwijdten en onduidelijke definiëringen. Na consultatie en adviezen van meerdere rechterlijke instanties is het wetsvoorstel gedeeltelijk aangepast. Ook de ‘gewone’ burger heeft middels de consultatie advies kunnen inbrengen. In januari 2023 is het wetsvoorstel in de procedurevergadering van de Tweede Kamer besproken. Afgelopen februari zijn de laatste vragen die de wet opriep door de inbrenger beantwoord. Het zal dan ook niet lang meer duren voordat ons kikkerlandje weer wat beter beveiligd is tegen de grote spelers op het wereldtoneel. 

Meer over

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Scroll naar top