Officier van justitie Anne-Marie Fellinger werkt voor het arrondissement Midden-Nederland. Haar functie omvat meer dan alleen die van aanklager in de rechtszaal. Fellinger is leider in opsporingsonderzoeken, aanspreekpunt voor politie en gemeenten, maar ook een belangrijke schakel in het veiligheidsnetwerk. ‘Iedere zaak die je openklapt is gewoon een mensenleven,’ benadrukt ze. Toch lopen onderzoeken vaak parallel aan elkaar. Bovendien kunnen forensisch bewijs en data binnenkomen en de zaak ineens op zijn kop zetten. Fellinger bepaalt dan of aanvullende dwangmiddelen nodig zijn of dat de koers moet worden bijgestuurd. Daarvoor gaat ze telkens terug naar de kern. ‘Wat is de zin van deze strafzaak? Wat schieten we hiermee op met elkaar?’
Hoofd van het onderzoek
Een van Fellingers kernverantwoordelijkheden is het aansturen van onderzoeksteams. Samen met de politie bepaalt zij welke opsporingsmiddelen proportioneel en subsidiair zijn. Fellinger geeft aan dat het strafrecht complexer wordt: ‘De samenleving wordt ingewikkelder, en dus zijn de onderzoeken dat ook.’ Zo pakt ze criminele samenwerkingsverbanden aan via afluistermicrofoons en undercoveracties. Officieren hebben ook een weekdienst, waarbij zij een week lang bereikbaar zijn voor nieuwe aanhoudingen, onderzoeken en acute strafbare feiten. ‘Er kan zomaar iets gebeuren en dan moet je alles uit je handen laten vallen’, zegt Fellinger. Zij moet dan direct beslissen of iemand bijvoorbeeld buiten heterdaad mag worden aangehouden.
Schrijnende strafzaken
Over de vraag welke van haar zaken het meest opvallend is, twijfelt Fellinger. ‘Het is een beetje appels met peren vergelijken’, zegt ze. Als officier van justitie behandel je immers allerlei zaken. Zo noemt ze een heftige femicidezaak waarin een vrouw door haar ex-partner werd gewurgd en bijna onthoofd. De vrouw was een werkende moeder met tienerkinderen die een nieuwe relatie had gekregen na haar scheiding. Toen ze die relatie beëindigde, liep het uit de hand. Fellinger moest een sluitende bewijsvoering rondkrijgen. ‘Uit een telefoontap bleek dat hij geld weg wilde sluizen via zijn zoon.’ Ze kwam uiteindelijk niet tot een moordaanklacht, maar bleef steken bij doodslag omdat de wet toen nog geen tussenvariant kende. ‘Dat was best wel een groot hiaat in het recht, nog voor de moord op Hümeyra en andere schrijnende strafzaken. Er is een categorie zaken waarbij je teveel hebt voor een kale doodslag, maar net te weinig voor de voorbedachte rade die moord vereist.’
‘Ik kan een crimineel heel lang laten opbergen, daar is geen kunst aan’
Fellingers focus is breder dan louter de vraag naar schuld. Zij kijkt ook naar de persoonlijke omstandigheden van zowel verdachte als slachtoffer, en weegt mee wat maatschappelijk gezien nodig is. ‘Ik kan een crimineel heel lang laten opbergen, daar is geen kunst aan.’ Interessanter vindt Fellinger om te kijken hoe de verdachte erbij zit. ‘Waarom is iets gebeurd, en wat kunnen we inzetten om herhaling te voorkomen?’ Tegelijkertijd nuanceert zij het begrip ‘winnen’, dat voor Fellinger niet draait om een veroordeling. ‘Winnen’ is eerder een kwestie van het realiseren van reclasseringsplannen, zodat een verdachte de juiste begeleiding krijgt en de kans op recidive afneemt.
De driehoek
In haar werk maakt Fellinger deel uit van verschillende netwerken. Zo is er natuurlijk de wisselwerking met advocaten. ‘Dat is soms een kat-en-muisspel’, lacht Fellinger. Fellinger noemt een zaak waarin het OM inzette op diagnostiek voor de verdachte, in plaats van uitsluitend een veroordeling. De ouders van de verdachten wilden dit ook graag, maar de verdachte hield dit telkens af en kwam zo steeds verder in de problemen. Uiteindelijk heeft de advocaat op verzoek van het OM de verdachte bewogen om zich te laten diagnosticeren, maar daarmee was de kous niet af. ‘Daarna pakte de advocaat toch zijn eigen klassieke rol weer op, en werd de verdenking ontkend.’ Toch blijkt dat advocaten en het OM soms de handen ineenslaan voor een oplossing die zowel het individu als de samenleving ten goede komt.
Daarnaast werkt ze als gebiedsofficier in een driehoek samen met burgemeester en politiechef. Tijdens acute situaties moeten zij beslissingen nemen die de maatschappelijke onrust in goede banen leiden. Als gebiedsofficier wil je ook de juiste zaken binnen halen. Fellinger noemt een voorbeeld waar tekorten bij de politie een knelpunt vormden. Daarom ontwikkelde ze samen met de politie een tool om de verschillende delictsoorten te prioriteren. ‘Als je het gezag hebt over de opsporing, wil je ook dat de capaciteit doelmatig wordt besteed.’ De tool wordt momenteel in de gehele regio Midden-Nederland uitgerold.
‘Je hebt altijd een serie potjes op het vuur staan die elk moment kan overkoken’
Een officier van justitie schakelt voortdurend tussen alle belanghebbenden die een rol hebben bij de totstandkoming van een strafzaak, zoals de reclassering, slachtofferhulp en forensische gedragsdeskundigen. Anne-Marie Fellinger laat zien dat het officiersvak niet alleen draait om de strafeis, maar ook om de menselijke kant. Of het nu gaat om een moordzaak of een hennepsyndicaat. ‘Je hebt altijd een serie potjes op het vuur staan die elk moment kan overkoken’, zegt Fellinger. Met haar kalme en doelgerichte houding weet ze in elke zaak opnieuw de kernvraag te stellen: wat is de beste oplossing voor álle betrokkenen? Het antwoord kan variëren van een lange celstraf tot een voorwaardelijke sanctie met behandeling. De kern van Fellingers boodschap blijft overeind: achter elk strafdossier schuilt een mensenleven. Dat maakt het werk uitdagend, maar uiteindelijk is het de menselijke factor die haar elke dag motiveert om door te gaan.