Uitspraak Jonathan M.: bescherming van zijn nageslacht of juridische castratie?

column-uitspraak-Jonathan-M

Stichting Donorkind spande dit voorjaar een rechtszaak aan tegen superdonor Jonathan M. Samen met een moeder van een van de kinderen van M. vorderde de stichting dat hem een halt toegeroepen werd. M. mocht in 2017 al niet langer zaad doneren aan Nederlandse klinieken van de Nederlandse Vereniging voor Verloskunde en Gynaecologie. De moeder en de stichting eisten dat dit hem nu ook juridisch onmogelijk gemaakt zou worden. Hij zou in tegenstelling tot de door hem geschetste werkelijkheid honderden kinderen hebben, verspreid over de hele wereld. De voornaamste redenen achter het instellen van de vordering zijn dan ook het  voorkomen van onbedoelde inteelt, incest en psychosociale problemen bij donorkinderen. Over zaaddonoren en het al dan niet bekend maken van hun identiteit aan hun kinderen worden al sinds de jaren ‘90 discussies gevoerd. Hoe heeft de wetgever dit in Nederland geregeld?

Nieuw beleid geboren

In juni 2004 is de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting (Wdkb) in werking getreden. Uitgangspunt van de wet is het zoveel mogelijk tegemoetkomen aan het recht van het donorkind op informatie over zijn afstammingsgeschiedenis. Dit recht vloeit onder andere voort uit artikel 7 en 8 van het Kinderrechtenverdrag en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De Wdkb regelt het verzamelen, bewaren en beheren van de gegevens van de donor bij kunstmatige bevruchting. Deze gegevens vallen onder het beheer van de Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting (SDKB). 

Voor 2004 hanteerde men in Nederland een tweesporenbeleid met anonieme en bekende donoren. Het stond in beginsel eenieder vrij anoniem sperma te doneren, met als gevolg dat veel mensen niet wisten wie hun donorvader was. In 1994 deed de Hoge Raad (HR) voor het eerst een uitspraak waarin hij dit probleem adresseerde. In het Valkenhorst-arrest oordeelt de HR dat het recht van de 59-jarige dochter om de identiteit van haar donorvader te kennen, prevaleert boven het recht van de moeder dit geheim te houden. 

Werking van de Wdkb

Artikel 2 lid 1 van de Wdkb bepaalt dat er bij zaaddonatie drie soorten gegevens moeten worden verstrekt. Hieronder vallen medische gegevens, achterliggende kenmerken (zoals uiterlijk, opleiding en sociale achtergrond) en persoonsidentificerende gegevens. Wanneer een donorkind twaalf jaar oud wordt, mag hij of zij de achterliggende kenmerken van de vader opvragen. Vanaf zestienjarige leeftijd mogen de persoonsidentificerende gegevens worden opgevraagd. 

Anonimiteit is niet helemaal uit de wet verdwenen. In de Wdkb is een bepaling opgenomen die het mogelijk maakt dat donoren in geval van zwaarwegende belangen toch anoniem blijven. Er is echter nog geen duidelijke lijn die vertelt wanneer hier sprake van is. Er is in ieder geval sprake van een zwaarwegend belang als de donor kan aantonen dat het delen van zijn gegevens ernstige negatieve gevolgen kan hebben, hij aannemelijk kan maken dat deze gevolgen daadwerkelijk zullen plaatsvinden en deze gevolg zo ernstig zijn, dat dit het niet verstrekken rechtvaardigt. Na de tweede evaluatie van de wet is aan de SDKB aanbevolen dat zij hierover zo spoedig mogelijk meer duidelijkheid moeten verschaffen. 

550

Op 28 april 2023 deed de voorzieningenrechter in Den Haag uitspraak. Zij wees de vordering van de stichting en de moeder toe. Jonathan M. moet stoppen met het doneren van zijn zaad en het aantrekken van wensouders. Doet hij dit niet, dan hangt hem een dwangsom van 100.000 euro per donatie boven het hoofd. De rechtbank achtte het onder andere bewezen dat M. gelogen had over het aantal kinderen dat hij had. Destijds had M. aan de moeder toegezegd dat hij vijfentwintig kinderen bij twaalf moeders had verwekt. Dit zijn toevallig ook de maximale aantallen die klinieken hanteren per donor. In werkelijkheid bleek M. maar liefst 550 kinderen te hebben. Hij wist de maxima te omzeilen door zichzelf via het internet aan wensouders aan te bieden. 

M. is van mening dat de uitspraak een beperking van zijn lichamelijke en contractuele vrijheid inhoudt. De superdonor denkt na over vervolgstappen, al moet hij wel snel zijn. Er wordt momenteel gewerkt aan een nieuw wetsvoorstel dat de door de klinieken gehanteerde grens van twaalf vrouwen wettelijk vast zal leggen.

Meer over

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Scroll naar top