Officier van justitie Xandra Tromp: ‘Wil je echt iets, ga ervoor en houd vol’

Website format -3

Negen jaar na haar start in de advocatuur trad Xandra Tromp aan als officier van justitie (OvJ). Haar loopbaan toont hoe een praktische keuze uitgroeide tot een vak gevuld met hart en ziel. Wat zij als advocaat leerde over de verdachte, vormt als officier haar balans tussen mens en maat. Als OvJ toont zij tevens weerbaarheid, flexibiliteit en een buitengewone gedrevenheid voor opsporing. Dat laatste wierp zijn vruchten af toen in 2017 twee meisjes vermist raakten. Wij spraken haar over haar loopbaan, de dagelijkse werkzaamheden van een officier en haar ervaring in complexe kindermishandelingszaken. 

Van twijfels naar een tweede natuur

Xandra liep niet met een vooropgesteld plan de rechtenstudie in. Er waren geen juristen in de familie, wél een liefde voor taal met een vader als docent Nederlands. Psychologie lokte haar, omdat haar broer het ook studeerde. Toch koos zij in 1988 pragmatisch voor rechten vanwege de krappe arbeidsmarkt. Op school excelleerde zij al in talen, reproduceren en presenteren, terwijl cijfertjes en bètavakken haar minder goed lagen. Rechtsgeleerdheid was een logische stap. Het vak strafrecht voelde voor Xandra vanzelfsprekend en intuïtief. ‘Je redeneert in stappen en toetst strak aan de wet.’ Echter, die manier van denken vergde oefening: ‘Bij mijn eerste strafrechttentamen had ik een dikke, vette onvoldoende.’ Toch liet dat haar niet ontmoedigen en in 1995 studeerde zij af. 

‘Hé Xandra, wanneer kom je een keer bij ons werken?’

Na haar studie begon zij bij een klein kantoor in de algemene praktijk. Zij deed vrijwel alles: echtscheiding, straf-, arbeids-, bestuurs- en civiel recht. Doordat collega’s strafzaken minder graag oppakten, trok zij die juist naar zich toe. Dat deed zij met veel plezier. ‘Het waren snelle processen, waarbij je niet een collega advocaat, maar de overheidsmacht tegenover je hebt staan.’ Haar natuurlijke aantrekkingskracht tot het strafrecht liet haar steeds meer specialiseren in de strafrechtadvocatuur, toen een officier van justitie van het Openbaar Ministerie (OM) haar de hamvraag stelde. ‘Hé Xandra, wanneer kom je een keer bij ons werken?’ Na negen jaar advocatuur maakte zij de stap. Er volgde een procedure met veel testen, assessments en gesprekken. Uiteindelijk werd Xandra in 2006 officier van justitie. 

Mens en maatwerk

Haar verleden in de advocatuur had haar welsprekendheid gebracht, maar dit was niet het enige wat Xandra meenam naar haar nieuwe baan als OvJ. De advocatuur gaf haar een blijvend kompas: probeer de persoon achter de zaak te zien, zodat het oordeel recht doet aan mens én strafbaar feit. Zwijgen, dichtslaan, of bravoure ziet zij als signalen van spanning, niet als karakteroordeel. Uiteindelijk blijft het wettelijke toetsingskader leidend, maar het individu en eventuele persoonlijke omstandigheden wegen wel mee als er een duidelijk verband is met het delict.  

‘Je wilt elk jong kind dat niet voor zichzelf kan opkomen beschermen, zorgen dat mensen veilig thuiskomen en daders opgepakt worden.’

Empathie sluit professionele kracht niet uit. Als officier leerde zij de ingrijpende aard van sommige delicten haar niet te laten raken. ‘Je krijgt een soort olifantenhuid.’ Tegelijkertijd heeft Xandra een intrinsieke drijfveer: ‘Bijvoorbeeld in complexe kindermishandelingszaken en bij vermissingen. Je wilt zó graag helpen. Je wilt elk jong kind dat niet voor zichzelf kan opkomen beschermen, zorgen dat mensen veilig thuiskomen en daders opgepakt worden.’ Samen met de politie wordt er onderzocht wie verantwoordelijk is en waarom dit is gebeurd. Bij dit proces is het soms de taak van de officier om zwaar nieuws aan nabestaanden te brengen, bijvoorbeeld wanneer de dader niet gevonden is of wanneer er een besluit tot sepot is genomen. ‘Het geeft me altijd weer voldoening als ik moeilijke beslissingen zorgvuldig kan uitleggen. Nabestaanden en slachtoffers kunnen dan tóch met het gevoel de kamer uitlopen dat zij gehoord en gezien zijn en mijn beslissing begrijpen. Hoe lastig soms ook.’ 

Officier in actie 

Niet alleen weerbaarheid is essentieel. Wie als OvJ bij het Openbaar Ministerie werkt, moet niet leven voor continuïteit. Het werkrooster is gevuld met vaste diensten. Deze kunnen bestaan uit zittingen of weekdiensten, waarin de OvJ 24/7 het aanspreekpunt voor de politie is. Alles daarbuiten wisselt. Zo moet Xandra reageren op spoedincidenten en heeft zij lopende onderzoeken. Intussen beantwoordt zij politieverzoeken en overlegt intern over grote zaken, waarbij de officieren gezamenlijk per dossier overwegen welke strafeis passend kan zijn. Veel officieren combineren dit met een specialisatie of portefeuille, waarin tevens lastige juridische kwesties worden behandeld. In de loop der jaren werkte Xandra aan meerdere portefeuilles, waaronder complexe kindermishandelingszaken, grote moordzaken (TGO’s) en vermissingen.   

‘Ik ben meerdere keren afgewezen voordat ik advocaat werd.’

Binnen haar kindermishandelingsportefeuille noemt Xandra het Pinksterweekend 2017 als een gewichtig moment uit haar carrière. Het gaat om de zaken van Romy Nieuwburg en Savannah Dekker. De twee veertienjarige meisjes zijn in dezelfde periode om het leven gebracht door leeftijdsgenoten. Xandra beschrijft haar taak en toewijding als OvJ in het proces: ‘Door keihard te werken, snel te beslissen en durf te tonen, konden wij in korte tijd de daders vinden. Dat hebben we als team echt goed gedaan. Daar ben ik best trots op, al blijft deze zaak natuurlijk intens verdrietig.’ Deze gedrevenheid geeft zij huidige studenten graag als advies mee. ‘Als je ergens voor gaat, laat afwijzingen je niet uit het veld slaan. Ik ben meerdere keren afgewezen voordat ik advocaat werd. Wil je echt iets, ga ervoor en houd vol.’ Uiteindelijk gaat het niet om waar je vandaan komt, maar om de passie die je toont. 

Meer over

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Scroll naar top