Joost Martens, Director Legal Affairs Heineken: ‘De intenties zijn altijd goed.’

unnamed

Na de studie Rechtsgeleerdheid te hebben afgerond aan de Universiteit Leiden, begon Joost Martens zijn loopbaan als bedrijfsjurist bij Ahold Delhaize. Hoewel Martens niet actief op zoek was naar verandering, lonkte een nieuwe uitdaging. Toch kwamen er maar weinig kansen op zijn pad die konden tippen aan werken bij dit megaconcern. Totdat Martens een onverwacht telefoontje kreeg van Heineken, dat de koers van zijn carrière veranderde. Nu, bijna acht jaar later, bekleedt Martens een spilfunctie als Director Legal Affairs van Heineken in Nederland. Martens vertelt over zijn dynamische rol en over de uitdagingen die gepaard gaan met ‘bier brouwen en merken bouwen’.

Business mindset

Martens geeft een inkijk in hoe het is om bedrijfsjurist te zijn bij een groot bedrijf als Heineken. Hij benadrukt dat het cruciaal is om te beseffen dat juridische belangen altijd moeten worden afgewogen tegen andere aspecten, waarbij het commerciële belang uiteindelijk zwaar weegt. ‘Het doel is dat onze producten in de schappen staan en gewaardeerd worden door consumenten en retail- en horecaondernemers.’

‘Dat je wel wat durft’

Een belangrijke eigenschap voor een bedrijfsjurist is het hebben van een business mindset. Dit stelt de jurist in staat zijn werk te relateren aan de bredere strategische doelstellingen van het bedrijf. ‘Dus echt dat brede denken, verder dan de juridische belangen alleen.’ Bovendien vindt Martens het belangrijk dat een bedrijfsjurist in staat is richting te geven en verantwoordelijkheid durft te nemen bij het bepalen van de koers. ‘Dat is belangrijk, dat je wel wat durft.’ 

Disparate percepties

Martens geeft openhartig een inzicht in de uitdagingen die hij ondervindt bij Heineken. Zo wijst hij op negatieve berichtgeving over grote corporates, waaronder Heineken, die de perceptie kan beïnvloeden. Martens licht toe dat de geschetste voorstelling van zaken niet altijd overeenkomt met zijn ervaring. ‘Daar hebben we mee te dealen, maar dat maakt het werken soms wel lastiger.’ Martens erkent dat fouten maken erbij hoort, maar benadrukt dat de intenties van het bedrijf altijd goed zijn.

 ‘We mogen onze handjes dichtknijpen denk ik.’

Martens vertelt dat Heineken als bedrijf verdeelde reacties kan oproepen. Ondanks inspanningen van de onderneming om verbinding te zoeken en samen te werken, kan er negatieve kritiek komen. Dit kan frustrerend zijn. Daarom benadrukt hij het belang van constructieve dialogen en samenwerking tussen corporates, zoals Heineken, met de politiek en media. Om zo de negatieve sentimenten om te zetten naar positieve oplossingen die het algemeen belang dienen. ‘Want het is de kracht van de Nederlandse maatschappij dat wij dingen juist altijd samen oplossen.’ Op de vraag of hij zich kan verenigen met de normen en waarden van Heineken antwoordt Martens volmondig: ‘Ja.’ Hij gelooft dat de meeste corporates, met name in Nederland, ethisch en maatschappelijk verantwoord zakendoen. ‘We mogen onze handjes dichtknijpen, denk ik.’

Een open tap aan regelgeving

Een andere uitdaging die Martens beschrijft, is dat bedrijven in Nederland worden overgoten met regelgeving. ‘Als bedrijf wil je natuurlijk alle regels nakomen. Maar ik durf wel te zeggen als je alle regels nakomt, dat je automatisch een regel overtreedt.’ Volgens Martens resulteert al deze regelgeving in een vicieuze cirkel. Naar zijn mening begint het vaak met goede bedoelingen, maar blijken regels uiteindelijk toch niet goed uitvoerbaar, of lastig te handhaven. ‘En wat is dan weer de reactie? Meer regels.’ Deze overmatige regeldruk kan contraproductief zijn voor het zakendoen van bedrijven, maar ook voor de maatschappij. De overheid zou meer vertrouwen in haar bedrijven en burgers moeten hebben. Daarom doet Martens een ludiek voorstel: ‘Voor elke nieuwe regel die de overheid instelt, moet zij er twee schrappen.’

‘Het juridische is uiteindelijk niet leidend.’

Ook vertelt Martens dat de samenwerkingsprocessen binnen een groot internationaal bedrijf een uitdaging kunnen vormen. Je hebt te maken met veel interne stakeholders buiten de juridische afdeling en die moet je allemaal goed meenemen in het verhaal. Dit is nodig, maar maakt zaken wel eens complexer. Maar hij vervolgt op een positieve noot dat dit juist zorgt voor veel capaciteit, expertise en discipline. ‘Persoonlijk vind ik dat echt een zegen.’ Volgens Martens brengen al deze meningen echter wel mee dat bedrijfsjuristen goed moeten kunnen navigeren binnen de organisatie. Ze moeten bereid zijn compromissen te sluiten en begrijpen dat niet altijd alles kan worden uitgevoerd zoals iemand het zelf voor ogen heeft. Ook moeten er afwegingen worden gemaakt op basis van verschillende belangen, zoals juridische haalbaarheid en reputatierisico’s. ‘Het juridische is uiteindelijk meestal niet leidend.’

Een ‘Weizen’ les 

Martens rondt af met een wijze les voor rechtenstudenten die gaan solliciteren. Hij vertelt dat het goed is je te verdiepen in de functie, het bedrijf, en welke ervaring daarbij past. Met name als junior is het volgens Martens van belang om je presentatie beheersbaar te houden en bescheiden te blijven. ‘Het is belangrijk om te laten zien dat je een goede instelling hebt, dat je snel wilt leren en dat je juist nieuwsgierig bent.’ Kwetsbaarheid, eerlijkheid en menselijkheid ziet hij als een pre.

Tot slot wil Martens rechtenstudenten meegeven dat het belangrijk is authentiek te zijn. Het is begrijpelijk dat studenten aan het begin van hun carrière nog op zoek zijn naar hun eigen verhaal, aldus Martens. ‘Maar probeer niet iets te zijn wat eigenlijk niet bij je past, of niet authentiek is, omdat iedereen het doet.’ Volgens Martens zul je dan uiteindelijk geen voldoening uit je werk halen.

Meer over

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Scroll naar top