Greenpeace in de knel: de strijd tussen SLAPP-zaken en het recht op protest

Website format intervieew Isabel -2

In maart 2025 kwam Greenpeace opnieuw wereldwijd in het nieuws. Deze keer niet vanwege een spectaculaire actie, maar vanwege een flinke financiële klap. De Amerikaanse jury oordeelde in eerste aanleg dat de milieuorganisatie ruim 667 miljoen dollar schadevergoeding moet betalen aan Amerikaans energiebedrijf Energy Transfer. De aanleiding: de betrokkenheid van Greenpeace bij de protesten tegen de aanleg van de Dakota Access Pipeline in 2016 en 2017. De zaak, die door Greenpeace wordt bestempeld als een SLAPP-proces, doet veel vragen rijzen over de machtsverhouding tussen grote kapitaalkrachtige bedrijven en het waarborgen van grondrechten zoals de vrijheid van protest en de vrijheid van meningsuiting. 

Strijd om heilige grond 

In 2016 wilde Energy Transfer de Dakota Access Pipeline aanleggen, een 1.900 kilometer lange oliepijpleiding van North Dakota naar Illinois. Het project stuitte van begin af aan op hevig verzet van de inheemse Sioux-stam. De stam stelde dat de pijplijn niet alleen hun heilige grond doorkruist, maar ook een risico op vervuiling van de Missouririvier met zich meebracht, de belangrijkste bron van drink- en irrigatiewater voor het inheemse volk. Greenpeace USA sloot zich aan bij de demonstraties en voerde wereldwijd campagne tegen het project. Volgens Energy Transfer leidde die campagne tot reputatieschade en economische verliezen. 

Vragen over een eerlijke rechtsgang rezen aangezien North Dakota een oliewinnende staat is. De jury in North Dakota oordeelde dat Greenpeace zich schuldig had gemaakt aan laster en het organiseren van gewelddadige campagnes. Hoewel het verweer dat Greenpeace deel zou uitmaken van een “misdadig complot” werd afgewezen, kende de jury een uitzonderlijk hoge schadevergoeding toe van ongeveer 667 miljoen dollar op grond van laster. Greenpeace USA moet het grootste deel, 404 miljoen dollar, betalen. Dit getal is vijftien keer haar jaarbudget wat het voortbestaan van de organisatie ernstig bedreigt. Greenpeace International (gevestigd in Amsterdam) en het Greenpeace Fund moeten elk 131 miljoen dollar betalen. 

Botsing tussen kapitaalkrachtigen en grondrechten

Greenpeace noemt de rechtszaak een klassiek voorbeeld van een SLAPP-procedure (Strategic Lawsuit Against Public Participation). Een juridische strategie om publieke participatie en kritiek te onderdrukken door het gebruik van dreiging met torenhoge schadeclaims. Advocaat Olivier Schotel, gespecialiseerd in internationale procedures voor NGO’s, benadrukt dat het doel van Energy Transfer is om een voorbeeld te stellen. Amnesty International en andere mensenrechtenorganisaties waarschuwen voor het ‘chilling effect’ van dit soort precedenten in de rechtszaal. De angst voor juridische represailles kan activisten, klokkenluiders en NGO’s ertoe brengen om af te zien van hun grondrecht op protest en het uitoefenen van de vrijheid van meningsuiting. Medeoprichter van Energy Transfer, Kelcy Warren, benadrukt daarentegen dat er juist onder bedrijven angst heerst. Het terugvechten tegen milieuactivisten ziet er fout uit, maar de energiebedrijven lijden schade en moeten daarvoor worden gecompenseerd.

De SLAPP-procedures hebben de potentie om de uitoefening van fundamentele rechten te bedreigen. Daarnaast ontbreekt in veel Amerikaanse staten, waaronder North Dakota, specifieke wetgeving ter bescherming tegen SLAPP-zaken. De Europese Unie heeft in 2023 een anti-SLAPP-richtlijn aangenomen, die in Nederland nog volledig geïmplementeerd moet worden. Deze richtlijn biedt wel een hoopvol perspectief voor de claim van Greenpeace International tegen Energy Transfer in Nederland. Zolang de richtlijn niet is geïmplementeerd in Nederland geldt deze nog niet als wet, maar kan deze wel dienen bij de interpretatie van de rechter voor de zaak in Nederland. Daniel Simons, jurist van Greenpeace, zegt hiermee bloot te willen leggen dat Energy Transfer juridische acties misbruikt.

De sterkste hand 

Schotel ziet nog kansen in hoger beroep. Door Energy Transfer wordt voornamelijk verwezen naar een brief waarin Greenpeace mensen heeft opgeroepen om te protesteren. Dat betreft de simpele uitoefening van een grondrecht, er is dus nog een goede kans dat de meest desastreuze gevolgen voor Greenpeace worden afgewend. Het verschil tussen opruiing en het oproepen tot protest heeft in dit geval verregaande gevolgen, waaronder het eventuele faillissement van Greenpeace USA. Uit het hoger beroep in zowel Amerika als Nederland zal blijken wie de sterkste hand heeft: economische belangen of fundamentele rechtsbeginselen.

Meer over

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Scroll naar top