Aanval op activisme: waarom de controversiële Antifa-motie onze rechtsstaat bedreigt

Website format -2

Op 18 september dienden Kamerleden van de FvD, BBB en PVV een motie in met als doel ‘Antifa’ te bestempelen als terroristische organisatie. De definitie van terrorisme, de grootte van de Anti-Fascisctische Actie (AFA) in Nederland en de rechtsgronden van deze kwalificatie lijken hierbij buiten spel te zijn gehouden. Toch werd de motie met steun van de VVD, JA21 en SGP aangenomen. De Amerikaanse president Donald Trump uitte al eerder de wens om op deze manier vermeend links-extremisme tegen te gaan. De ontstane politieke wirwar heeft verreikende gevolgen. Maar wat is Antifa eigenlijk? En kan het wel als ‘terroristische organisatie’ worden betiteld?

Anti-wie-of-wat?

Antifa is in Nederland beter bekend als AFA, een groep die sinds de jaren ‘80 actief is en onderdeel uitmaakt van een bredere internationale antifascistische beweging. AFA richt zich voornamelijk op het bestrijden van extreemrechtse organisaties door middel van demonstraties, publicaties en voorlichtingen. Ondanks dat links-extremistische acties steeds vaker voorkomen in Nederland en in het verleden tot geweldsuitbarstingen hebben geleid, blijft de kans op gewelddadig optreden beperkt. Volgens jaarrapportages van de NCTV en AIVD heeft dit te maken met gefragmenteerde organisatie en een relatief lage bereidheid om tot geweld over te gaan. Dat AFA geen eenduidige, gecentraliseerde organisatie is, maar een verzamelnaam voor lokale netwerken die samenwerken, maakt de Antifa-motie dus des te moeilijker uit te voeren. 

‘Terroristische organisatie’ 

Juridisch gezien zitten er een aantal haken en ogen aan de Antifa-motie. Allereerst gaat de Tweede Kamer niet over plaatsingen op de nationale terreurlijst. Deze bevoegdheid is immers aan de minister van Justitie en Veiligheid toegekend. Bovendien lijken de Antifa-activiteiten niet te voldoen aan de criteria die vereist zijn voor het “terroristisch oogmerk”-label zoals in artikel 83a van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Hiermee wordt bedoeld: angst zaaien onder de bevolking, druk uitoefenen op overheden of fundamentele structuren van een land of organisatie ontwrichten of vernietigen. Terrorisme wordt ook vaak in verband gebracht met geweld gericht op mensenlevens of een ingrijpende ondermijning van de democratische rechtsorde. Oud-AIVD’er Berrie Hanselman stelt dat daar in het geval van AFA geen sprake van is.

Daarnaast betreft het een bestuurlijke handeling, wat betekent dat deze door de rechter kan worden getoetst. Zowel Nederlandse wetgeving en jurisprudentie als het internationaal juridisch kader gevormd door het EVRM en het EU-Handvest zijn van belang. In het Hofstadgroep-arrest uit 2010 stelde de Hoge Raad bijvoorbeeld dat ‘organisatie’ in de zin van artikel 140a Sr een duurzame en gestructureerde samenwerking vereist. Wat betreft het verbieden van een partij of beweging heeft het EHRM gesteld dat dit alleen bij concrete en directe bedreiging voor de democratische rechtsorde mogelijk is (zie Refah Partisi v. Turkije en Herri Batasuna v. Spanje). Kortom: zelfs bij uitvoering van de Antifa-motie, blijft de kans groot dat een rechter deze zou vernietigen wegens gebrek aan rechtsgrondslag. Toch geeft het een zorgelijk signaal af.

Een breder perspectief

De Van Dale definieert ‘fascisme’ als “politieke ideologie die zich kenmerkt door autoritaire gezagsuitoefening en verwerping van de democratie”. Het is niet alleen antidemocratisch, maar ook anticommunistisch, antiliberaal en antiparlementair. Vanuit een constitutioneel oogpunt is fascisme dus een radicale wijze om macht toe te eigenen en uit te oefenen. Eerder dit jaar waarschuwden meer dan 400 internationale wetenschappers voor de rechtsstatelijke gevaren van een nieuwe wereldwijde golf van extreemrechtse bewegingen die fascistische trekken vertonen. Symboolpolitiekvoering zoals het aannemen van een Antifa-motie kan hieraan bijdragen en meer polarisatie bewerkstelligen. 

De Antifa-motie maakt het mogelijk elk anti-fascistisch geluid als terroristisch te bestempelen in naam van de democratie. Denk in dit kader aan (extreem-)linkse protesten en beleidskritiek. Hiermee zouden Kamerleden niet alleen buiten hun bevoegdheden treden, maar ook de beginselen van de trias politica passeren. Dat is een autoritaire reflex die de fundamenten van onze democratische rechtsstaat aan het wankelen brengt. Met de recente rellen in Den Haag nog in ons achterhoofd en de verkiezingen in zicht moet deze aanval op activisme daarom kritisch worden bekeken. 

Meer over

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Scroll naar top