Strafrechtadvocaat Harriët de Kroon: ‘Strafrecht is het allermooiste wat er is’

Website format -4

Harriët de Kroon is al 32 jaar strafrechtadvocaat en twaalf jaar portefeuillehouder bij de Orde Midden Nederland. Alhoewel het in eerste instantie niet haar doel was om strafrechtadvocaat te worden, raakt zij er na al die jaren niet over uitgepraat. De Kroon heeft niet alleen het strafrecht zien veranderen, maar haar uitgangspunten over het recht ook. Wij gingen met haar in gesprek over haar loopbaan, grote zaken en het allermooiste beroep dat er is.

Arts, journalist, advocaat

In 1986 begon Harriët de Kroon aan de bachelor rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Amsterdam. Op de middelbare school had ze de ambitie om dokter te worden, maar natuurkunde deed die droom de das om. ‘Om natuurkunde te kunnen laten vallen, ben ik naar de decaan gerend met het verhaal dat ik eigenlijk altijd al advocaat had willen worden.’ Tijdens haar studie stond strafrecht absoluut niet centraal, het was vooral heel duidelijk dat Harriët advocaat wilde worden. Een huisgenoot was journalist en de Kroon ging mee om een zaak te verslaan in de Rechtbank Amsterdam. Daar stelde zij haar toekomstige patroon vragen over de zitting. Die vroeg op zijn beurt of de Kroon geen advocaat moest worden. ‘Zo zie je hoe je door bijbaantjes terechtkomt waar je moet zijn.’

‘Pas na 10 jaar in de advocatuur bedacht ik me: ik ga strafrecht doen’

Tijdens de eerste zaak, die haar nog goed bijstaat, werd ze direct in het diepe gegooid. ‘Het was een hele grote zaak tegen een bende en mijn patroon ging gewoon op vakantie, die vond het wel makkelijk dat hij een stagiaire had!’. Die zomer was ze net beëdigd, dat deerde hem niet zo, en haar ook niet. Ze werd meteen onder de hoede genomen door één van de overige advocaten die aan de zaak werkten. ‘Het is ontzettend leuk hoe groot de collegialiteit is in het strafrecht.’ Na vier jaar bij een kantoor met een gemengde praktijk, vervolgde zij haar loopbaan bij een groter kantoor. Daar stopte in 2002 de toenmalig strafrechtspecialist, waarna de Kroon haar praktijk overnam. ‘Pas na tien jaar in de advocatuur bedacht ik me: ik ga nu alleen nog maar strafrecht doen’. Het vak komt niet zonder haken of ogen. Altijd klaar staan voor de cliënt is in het begin lastig, zeker met twee jonge kinderen.

Grote zaken

In haar lange carrière heeft de Kroon veel mooie en grote zaken gedaan. Zij sprak in de podcast Napleiten over de GHB-zaak. Deze casus werd in nascholing gebruikt omdat men de vrijspraak die de Kroon bewerkstelligde niet begreep. ‘Dan merk je dat zelfs hele erudiete juristen niet de feiten van de zaak kennen en dat je die niet uit het arrest van de Hoge Raad meekrijgt.’ In zaken zoals de GHB-zaak zoekt de Kroon veel contact met de Officier van Justitie. ‘Om het samen goed voor te bereiden en te weten dat je op één lijn zit. Heel zakelijk, maar voor beide partijen fijn, zeker bij dit soort pijnlijke zaken. Het getuigt van veel respect voor elkaars positie en voor het proces’.

‘In het strafrecht leer je de media ook heel goed kennen’

De Mallorca-zaak was in veel opzichten bijzonder. De intensiteit en omvang van het proces hakten erin bij de Kroon. In de tien dagen tussen het delict en de aanhouding gingen de media aan de haal met het incident. De namen van de verdachten werden gepubliceerd door GeenStijl, maar ook de advocaten werden op de hak genomen. ‘Eén opmerking van GeenStijl vond ik wel geestig, dat ik niet het scherpste mesje uit de la ben.’, grapt de Kroon. De samenwerking met collega’s was heel prettig en maakte alle media-aandacht te behappen. ‘Je leert in het strafrecht de media goed kennen.’ De uitkomst vond de Kroon heel bijzonder en mede daarom raakt zij over de zaak niet uitgepraat.

Slachtoffers en de Orde

De Kroon werkt als portefeuillehouder strafrecht bij de Orde Midden Nederland en sinds 3 jaar is ze waarnemend deken. Het leuke daaraan vindt zij dat ze een bijdrage kan leveren aan het beschermen van het mooie beroep door toezicht te houden op de advocatuur. De Raad van de Orde steunt de balie en houdt haar op niveau. De strafrechtadvocaat vindt het heel waardevol om regelmatig met rechters en officieren van justitie te overleggen over het strafrechtbedrijf. ‘Dat moet je met z’n drieën op zitting goed vorm geven.’

‘Het proces dient in eerste instantie het slachtoffer’

De mening van de Kroon over het slachtoffer in het strafproces is in de loop der jaren wel veranderd. Zij heeft nog meegemaakt dat het slachtoffer geen enkele rol speelde in de rechtszaal. Eerst vond zij die rol te groot, maar nu begint zij er vrede mee te krijgen. De Kroon staat nu zelf slachtoffers bij. ‘Het proces dient in eerste instantie het slachtoffer. Die is iets aangedaan en dit dient hersteld te worden.’ Als dit in het strafproces kan, is dit misschien de plek waar dat moet gebeuren. Het gaat niet alleen om de normen die het strafrecht beschermt. Er is immers maar één iemand het kind van de rekening: het slachtoffer. Dit is ook wat de Kroon wil meegeven aan studenten. De strafrechtadvocatuur is het mooiste vak wat er is, want je bent het laatste houvast voor mensen, diegene die aan hun kant staat. De rots in de branding.

Meer over

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Scroll naar top