Strafrechtadvocaat als speelbal van cliënt

column-strafrechtadvocaat-als-speelbal

De arrestatie van gerenommeerd strafrechtadvocaat Inez Weski gebeurt in een tijd waarin de advocaat in toenemende mate bedreigd wordt door de onderwereld. De naam Weski viel afgelopen jaar regelmatig in het nieuws. Zo zou zij informatie hebben gelekt vanuit de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) waar haar van zes liquidaties verdachte cliënt Ridouan Taghi vastzit. Toch kwam het nieuws over haar aanhouding op vrijdag 21 april 2023 als een verrassing. De arrestatie van Weski roept vragen op over de bescherming van advocaten tegen druk vanuit de georganiseerde misdaad. De geheimhoudingsplicht is een belangrijke waarborg voor de rechtsstaat, maar kan advocaten ook in lastige posities brengen.

Rol van de advocaat 

Het klassieke beeld van een advocaat is dat van een juridisch onderlegd adviseur die een individuele cliënt bijstaat en diens belangen behartigt. Bij deze belangenbehartiging spelen de vijf kernwaarden uit artikel 10a van de Advocatenwet een belangrijke rol. In zijn taakuitoefening dient de advocaat onafhankelijk, partijdig, integer en deskundig te zijn. Daarnaast behoort hij de informatie afkomstig van de cliënt vertrouwelijk te behandelen. Uit gedragsregel 2 lid 2 volgt dat het belang van de cliënt de wijze bepaalt waarop de advocaat zijn zaken behandelt. 

Daarbij moeten advocaten de geheimhoudingsplicht in acht nemen. Deze plicht is sinds 1 januari 2015 vastgelegd in artikel 11a Advocatenwet en is een van de fundamentele beginselen voor het uitoefenen van het beroep van advocaat. De cliënt moet op zijn advocaat kunnen vertrouwen. De onafhankelijkheid van de advocaat ten opzichte van zijn cliënt is vastgelegd in gedragsregel 14. De tekst is helder: een advocaat kan zich niet verschuilen achter een opdracht van zijn cliënt. Een advocaat moet zich terugtrekken als er een onoplosbaar meningsverschil ontstaat met de cliënt over de uitvoering van de opdracht. Maar is dit in de praktijk wel zo gemakkelijk? 

Ondermijning van de advocaat 

Voor een advocaat kan het vrijwel onmogelijk zijn de beslissing te nemen de clientèle relatie te verbreken, bijvoorbeeld in geval van afpersing. Door de geheimhoudingsplicht zijn advocaten namelijk kwetsbaar voor chantage en intimidatie. Zo kan een advocaat onder druk worden gezet door een cliënt (of diens familieleden) om handelingen te verrichten die in strijd zijn met de beroepscode. Indien een advocaat onder druk wordt gezet door zijn cliënt, gaat het om vertrouwelijke informatie waarop de geheimhoudingsplicht van toepassing is. Schendt een advocaat zijn beroepsgeheim, dan is hij strafbaar (artikel 272 Sr) en kunnen tuchtrechtelijke maatregelen tegen hem worden genomen. 

Zo besloot de Raad van Discipline oud-advocaat Anthony Wijnberg van het tableau te schrappen wegens schending van zijn geheimhoudingsplicht. Wijnberg kon niet leven met het geheimhouden van de bekentenis van zijn inmiddels overleden cliënt tegenover de ouders van het vermoorde kind. Deze handelswijze is volgens de gedragsregels een no-go. 

Bescherming van de advocaat 

Uit onderzoek van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) blijkt dat 50% van de beroepsgroep te maken heeft met ten minste een vorm van agressie. Cliënten kunnen bij hun advocaat terecht, maar bij wie kunnen advocaten melding maken zonder tuchtrechtelijke vervolging te riskeren? De afgelopen jaren zijn er meerdere situaties geweest waarbij de veiligheid van advocaten ernstig in het geding was. Samen met het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) werkt de NOvA aan het vergroten van de veiligheid en weerbaarheid van de advocatuur. Binnenkort stelt de NOvA vertrouwensadvocaten aan met wie bedreigde of geïntimideerde advocaten off the record verontrustend gedrag van hun cliënt kunnen bespreken. Dit is een initiatief van de Taskforce Bescherming tegen ondermijning die momenteel al weerbaarheidstrainingen en een telefonische hulplijn aanbiedt. 

Een advocaat dient zijn cliënt, maar hoe ver mag dit gaan? Advocaten moeten de beroepsethiek niet uit het oog verliezen. Maar vanuit de onderwereld wordt steeds meer druk uitgeoefend op de bovenwereld. Momenteel is nog onduidelijk of Weski bijvoorbeeld als dader of als slachtoffer moet worden gezien, of allebei. Hoe dan ook wordt eenieder onschuldig geacht totdat het tegendeel bewezen is, zoals volgt uit de onschuldpresumptie van artikel 6 lid 2 EVRM. 

Meer over

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Scroll naar top