Gineke Doorn en Timon den Boer: “Het is een werk van wikken en wegen”

spa

Het Pieter Baan Centrum (PBC), de plek waar er onderzoek wordt gedaan naar beperkingen van verdachten die relevant kunnen zijn voor het gepleegde delict. Hoe gaat zo’n onderzoek in zijn werk en wie werken hieraan mee? Wij spraken jurist Gineke Doorn en psychiater Timon den Boer in het zwaar beveiligde PBC in Almere over hun rol bij het onderzoek van een verdachte. 

De weg naar het PBC

Doorn had altijd al interesse in deze kant van het recht. Deze interesse werd versterkt tijdens een open dag van het PBC. Na zeven jaar in een tbs-kliniek te hebben gewerkt, maakte Doorn de overstap naar dit centrum. Net zoals Doorn was Den Boer ook geen vreemde in dit werkveld voordat hij in Almere begon. Hiervoor werkte hij namelijk al in meerdere gevangenissen als psychiater. Toen voormalig minister Teeven aanstipte dat er een tekort aan psychiaters in het PBC was, zag Den Boer zijn kans schoon en solliciteerde. 

Het onderzoek in het PBC

Een onderzoek in het PBC wordt niet zomaar gedaan. Er wordt een rapport aangevraagd door de rechter of officier van justitie om zicht te krijgen op het psychisch functioneren van de verdachte en de rol van een eventuele psychische stoornis ten tijde van het tenlastegelegde. Daarnaast wordt er gevraagd naar het risico op herhaling en een advies om dit risico te beperken. Na een milieuonderzoek naar de omgeving van de verdachte wordt de verdachte overgebracht naar het PBC. De verdachte, door Den Boer ‘observandus’ genoemd, verblijft hier in principe zes weken. In deze weken wordt de observandus door een team deskundigen onderzocht. Doorn vertelt ons dat zo’n team bestaat uit een jurist, een psycholoog, een psychiater, een groepsleider, een milieuonderzoeker en een proces-psycholoog of psychiater. Elke deskundige vervult een belangrijke taak in het onderzoek. Doorn brengt als jurist het strafdossier in kaart, zit de vergaderingen voor en benadert het onderzoek vanuit een juridisch perspectief. “Ik lees de rapporten met een juridische blik mee en kijk of de onderzoekers de vragen van de opdrachtgever beantwoorden.” Den Boer voert gesprekken met de observandi. Hij probeert erachter te komen wie er voor hem zit. “Hoe functioneert degene en hoe reageert hij op de ander?” Den Boer bespreekt de tenlastelegging met hen vaak pas op het einde. “Ik wil eerst de persoon leren kennen.”

 “Wij onderzoeken of er beperkingen zijn op gebieden die van belang zijn voor het tenlastegelegde”

Naast het onderzoek van de psycholoog en de psychiater, onderzoekt de milieuonderzoeker de levensloop van een verdachte en uit wat voor een omgeving hij komt. De proces-psycholoog of psychiater houdt het onderzoek in de gaten. Deze laatste kent de verdachte niet, zodat hij of zij objectief naar het onderzoek en de onderzoekers kan blijven kijken. Den Boer wijst op de zorgvuldigheid waarmee het onderzoek wordt gedaan. “Je zou het PBC een zorgvuldigheidsfabriek kunnen noemen.” Hij omschrijft het werk in het PBC als volgt: “Wij onderzoeken of er beperkingen zijn op gebieden die van belang zijn voor het tenlastegelegde. Denk hierbij bijvoorbeeld aan impulsiviteit bij een impulsief delict”.

De ideale schoonzoon

De observandus kan tijdens zijn verblijf onder andere sporten, koken en klussen. Hierbij wordt hij geobserveerd door de groepsleiding die aanwezig is tijdens het dagprogramma. Tussendoor wordt hij of zij opgehaald voor gesprekken met de gedragsdeskundigen en verdere onderzoeken. Het kan zo zijn dat de observandus de deskundigen probeert te bespelen. “Soms krijgt een team de indruk dat het om een ideale schoonzoon gaat. Dan moet je toch kritisch blijven kijken”, aldus Doorn. De proces-psycholoog of psychiater speelt hierbij ook een belangrijke rol en houdt iedereen scherp. Binnen het PBC hebben medewerkers te maken met mensen die door anderen vaak als gevaarlijk worden beschouwd. Toch hebben zowel Doorn als Den Boer niks vervelends meegemaakt op de werkvloer. Doorn vindt het klimaat in het PBC anders dan in de gevangenis. Dit wordt beaamd door Den Boer, waarbij hij aanvult: “Mensen doen hier erg hun best, omdat zij een positief advies willen krijgen”.

Dwangverpleging of niet?

Dat het geven van een advies niet makkelijk is, onderschrijven Doorn en Den Boer beiden. Den Boer vertelt dat je het werk zo goed mogelijk doet op basis van de informatie die je op dat moment tot je beschikking hebt. “Op basis van je onderzoek en alle informatie over de verdachte moet je een afweging maken. Het is een werk van wikken en wegen.” Als het team heeft besloten wat het advies moet worden, wordt het aan de observandus gecommuniceerd. Doorn vertelt dat de beveiliging hierbij soms op de hoogte moet worden gebracht en dat er een geschikte kamer gekozen kan worden, waarbij ingrijpen door de beveiliging gemakkelijk kan geschieden. De emoties kunnen namelijk hoog oplopen. Zo is niemand blij met een tbs-advies, volgens Den Boer. “Bij een gevangenisstraf weten ze tenminste waar ze aan toe zijn.” Doorn en Den Boer schatten in dat ongeveer 25% het PBC verlaat met een tbs-advies. Zo’n advies kan bestaan uit tbs met dwangverpleging en tbs met voorwaarden. Waar een verdachte bij tbs met voorwaarden zich aan enkele voorwaarden dient te houden, wordt een verdachte bij tbs met dwangverpleging verplicht verpleegd in een gesloten tbs-kliniek. Volgens Den Boer wordt 80% van de tbs-adviezen met voorwaarden later alsnog omgezet naar tbs met dwangverpleging. Het rapport met het advies wordt aan de rechter voorgelegd en die zal hier uiteindelijk over beslissen. Meestal neemt de rechter het advies over en regelmatig moeten de onderzoekers het advies nog toelichten op zitting.

Meer over

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar top